Özcan Akyol: Museum

Toen ik voor het eerst op Windesheim mijn rooster kreeg, vlak na de zomer van 2008, zag ik dat mijn colleges in het non-descripte D-gebouw werden gegeven. Het pand stonk, was onopgeruimd en aan het onderhoud mankeerde van alles. Je kon een deur opendoen en plotseling met de klink in je hand staan. Op een dag, tegen de winter, begon ik me hieraan te storen, vooral omdat mijn kennissen in het C-gebouw wél van alle gemakken waren voorzien in de klaslokalen. ‘Waarom krijgen wij in deze pauperruimtes onze lessen?’ vroeg ik aan de mentor.
‘Je komt niets te kort. Niet zeuren.’
Mijn studievriend Jonas stak een jointje op en rookte dat uit het raam. ‘Kan het zijn dat de manier waarop wij hier worden weggestopt symbolisch is voor de plaats van journalisten in de samenleving?’
Dat was achteraf een profetische vraag. Je had toen geen boze boeren die columnisten met trekkers tot moes wilden rijden, woedende rechtsextremisten die op Facebook waren gehersenspoeld en de NOS kon mét logo op de microfoons werken.
‘Ik vind dat hij gelijk heeft,’ zei Jonas. Hij gooide zijn jointje naar beneden, blies de lucht in zijn mond erachteraan en sloot het raam. ‘We zijn tweederangstudenten.’ Daarna kreeg hij een onbedaarlijke lachkick van zijn taalvondst en viel hij op de grond. Nu denk je als misschien: wat raar dat die jongen in het lokaal wiet zat te paff en, maar het kwam evengoed geregeld voor dat we wodka tijdens colleges dronken – journalisten zijn aparte mensen. Een tijd later kwam mijn vriendin van destijds langs. Zij studeerde in Utrecht.
‘Heb je hier les?’
We liepen hand in hand door het D-gebouw. ‘Wat is er mis mee?’
‘Ja, nu, het is gewoon zo schools en donker.’ ‘Dat is expres gedaan. We moeten alvast wennen aan de ontberingen van journalisten.’
Ik liep vorige maand weer eens voor het D-gebouw. Tot mijn verbazing stond het er nog. Ik begreep dat er sloopplannen waren, maar dat door de enorme groei van studenten er voor uitstel is gekozen. Het voelde alsof ik naar een museum keek.
Ik draaide me om naar het X-gebouw en moest lachen om het verschil. De faciliteiten binnen een onderwijsinstelling zijn bepalend voor het zelfbeeld van de studenten. Ik hoop dat alle besturen dat inmiddels ook inzien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *