Zo vier ik vakantie: ‘We slapen in een pukkel op het dak’ (2/5)

Vliegtuig, auto of de trein? Het kan ook een avontuurlijker. Ilse Andringa, student lerarenopleiding Nederlands, is dol op haar camper en stond ermee op de mooiste plekken. “Alles wat we nodig hebben zit erin.”

“Als je met een camper op reis gaat, heb je altijd je huisje bij je. Je zet ‘m ergens neer en je staat. Dat was al zo lang onze droom. Toen corona uitbrak en op vakantie gaan lastig werd, was dit één van de weinige dingen die nog wél konden. Dus besloten we deze camper te kopen.”

Het is een beestje van dertig jaar oud, dat scheelde bij de aanschaf een hoop geld. We hebben er wel aan moeten klussen. Mijn man is handig, dus die repareerde alles wat er stuk aan was.

Avontuurlijk

Eerder gingen we vaak de hort op met de auto en een tent. Rondtrekken is dan niet zo praktisch. We leefden uit de auto, waren constant in de kofferbak aan het graaien. Het opzetten van die tent kostte best wat tijd. Nee, echt luxe was het niet.

Die problemen hebben we met de camper niet. Alles wat we nodig hebben zit erin: een zithoek, keuken, wc en douche. En we slapen in een soort pukkel: een extra ruimte op het dak.

Zonsopgang

Rondreizen met de camper voelt echt avontuurlijk. Vorig jaar maakten we onze eerste grote reis. We reden naar de Franse Alpen, naar een wintersportgebied, waar het toen zomer was. Daar hebben we gegletsjerskied. We stonden met onze camper op de rand van een berg. Vanuit daar keken we over het dal, de besneeuwde toppen en de groene weides.”

Tekst: Silke Polhuijs
Foto’s: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *