Sport is leven

Sporten is niet alleen goed voor het lichaam. Het biedt zoveel meer, vertellen drie Windesheimers: ontspanning, plezier én een visie op het leven. “Van niet sporten word ik kriegel.”


‘Altijd weer een nieuw doel’

Student Fleur Huls stond veertien keer op het podium bij een NK. Toch was ze, bijna, het plezier in het skeeleren helemaal kwijtgeraakt.

“Het was 2022, ik had op de Nederlandse Kampioenschappen meerdere gouden medailles behaald en ik mocht naar het EK. Maar toen ik daar was besefte ik: het is heel vet dat ik hier ben, maar heb ik er wel plezier in? Niet echt. Dat is gek, dacht ik, want hier leef je dan je het hele jaar naartoe.

Ik voelde heel veel druk om het goed te doen en geen fouten te maken. Ik zat bij een goed, internationaal team maar als ik naar trainingen of wedstrijden ging, werd ik automatisch zenuwachtig en gestrest. Ik was alleen maar bezig met een doel, en als ik dat doel had behaald kon ik er niet van genieten. Want er was altijd weer een nieuw doel waar ik naartoe werkte.

Dus ik leefde met mijn hoofd constant in de toekomst en niet in het hier en nu. Het tegenovergestelde van wat ik leerde vanuit mijn studie Psychomotorisch Therapie. Daar draait het juist om stilstaan bij het moment; je gevoel en je beleving. Dat botste heel erg. Daar heb ik een tijdje mee geworsteld, en uiteindelijk besloot ik om een stap terug te doen. Niet meer vijf keer in de week trainen en geen wedstrijden meer.

Gelukkig vond ik het plezier ook weer terug. Ik train nog onge – veer één avond in de week bij mijn oude clubje, waar ik al skeeler sinds mijn vierde. Dat is altijd heel vertrouwd en leuk, echt puur ontspanning. Gewoon lekker sporten met mensen die er hetzelfde instaan, en training geven aan de jeugd.

Begin dit jaar liep ik mijn eindstage in Groningen. Dat vond ik alle – maal best spannend en eng, en ik ervaarde weer veel stress. Daar – om had ik enorm behoefte aan iets leuks in het weekend, gewoon even fun hebben. Ik ben weer wedstrijden gaan rijden en probeer – de tegelijkertijd zoveel mogelijk kinderen van mijn club mee te krijgen en te inspireren. Zo van: kijk, je trainer doet ook mee!

Toen kwam het NK eraan en dacht ik: waarom ook niet, gewoon voor het plezier. Nou… het was een fantastisch toernooi! Geen druk, geen zenuwen, gewoon heerlijk genieten. En ik ben zo – waar nog Nederlands kampioen op de 200 meter geworden ook!

Ik besefte dat ik het op deze manier wél leuk vind. Het skeeleren was dus nooit het probleem, het ging om de setting waarin ik het deed.”


‘Als ik niet kan sporten, merk ik dat meteen’

Corrie Snapper, docent Ad Sociaal Werk bij Windesheim zit zelden stil. Ze is bijna elke dag te vinden bij een Hyrox-training of buiten op haar hardloopschoenen. Sport helpt haar om te ontspannen.

‘‘Als ik niet kan sporten, merk ik dat meteen. Ik kan mijn energie niet kwijt, ik slaap onrustig en ik word een beetje kriegel. Sporten is voor mij de manier om mijn hoofd leeg te maken. Na een drukke werkdag voel ik mij rustiger als ik heb getraind. Sport loopt als een rode draad door mijn leven. Ik train meestal vier à vijf keer in de week. Ik loop twee keer hard, ik geef een avond bodypump les en ik doe één of twee specifieke Hyrox-trainingen.

Sinds begin dit jaar doe ik mee aan Hyrox wedstrijden samen met een vriendin. De term staat voor hybrid rockstar, waarbij hardlopen wordt gecombineerd met functionele workouts. De wedstrijd bestaat uit acht kilometer hardlopen, afgewisseld met acht vaste krachtonderdelen, zoals burpees, lunges, roeien en wall balls. Je mag de hoeveelheid uitvoeringen onderling verdelen. Mijn volgende uitdaging is de Hyrox van Utrecht. Ik hoef daar niet in de top te eindigen, want voor mij gaat het vooral om de mentale uitdaging. Je hebt vaak momenten waarop je denkt: dit lukt niet meer, maar als je dan toch doorgaat, ontdek je dat je veel meer kunt dan je denkt. Mijn sportschool Active Elements is Hyrox-gecertificeerd en de lessen helpen mij echt om alles uit mezelf te halen.

Die mindset neem ik ook mee in het dagelijks leven. Door Hyrox heb ik echt geleerd door te zetten als het moeilijk wordt en als iets tegenzit, lukt het mij makkelijker om die mentale knop om te zetten. Ik heb geleerd mijn grenzen te verleggen. Sommige mensen vinden dat ik veel sport, maar voor mij voelt het in balans. Ik neem echt rustdagen. Als ik aan mijn lijf merk dat ik even niet kan sporten of als het niet goed voelt, sla ik gewoon een training over. MijnHyrox-buddy en ik weten goed wat we aan elkaar hebben. Tijdens de wedstrijden stimuleren we elkaar enorm en voelen we het precies aan wanneer de ander even moet wisselen of juist iets kan overnemen. Ik vind het persoonlijk makkelijker om tot het uiterste te gaan als ik mensen om mij heen heb die dat ook doen. Toen ik op het einde van een wedstrijd er helemaal doorheen zat, hielp mijn buddy mij door vijf extra herhalingen voor mij te doen.

In mijn werk als docent Sociaal Werk probeer ik studenten ook mee te geven hoe belangrijk beweging kan zijn voor hun doelgroep. Bewegen geeft ruimte in je hoofd. Ik zie dat studenten dat steeds vaker toepassen en ik zie ook veel terug in portfolio’s. Ik vond het geweldig om te lezen hoe ze hun doelgroep wisten te motiveren om de avondvierdaagse te lopen. Hoe tof is het voor mensen met een verstandelijke beperking om na zo’n geweldige prestatie een medaille te ontvangen. Dat maakt mij trots.”


‘Het gaat om het samenspel’

Justus Beth speelde ooit rugby en doet nu onderzoek naar de rugbycultuur.

“Ik heb het best lang gedaan. Eerst in Middelburg, bij Oemoemenoe. Dat was veel en ver reizen naar de wedstrijden, en we hadden zo’n smalle selectie, we verloren bijna alles. Maar ik had het enorm getroffen met onze trainers, die hadden echt een pedagogische blik. Die leerden ons dat je doelen kunt stellen die buiten het winnen liggen. Dat heeft mij zeker gevormd. Winnen voor mij nooit een doel geweest. Er liggen zoveel meer ontwikkelingskansen in dat spellertje! Daarom werk ik nu ook hier, bij de CALO.

Dat het niet alleen om winnen gaat, dat herken ik nu bij het jeugdteam dat ik volg voor mijn promotieonderzoek. Ik wil weten hoe waarden in die sport worden gevormd en overgedragen. En daarvoor loop ik nu langs het veld. Wat gebeurt er precies tijdens wedstrijden, en wat zegt dat over wat mensen belangrijk vinden?

Rugby is op onderdelen geen uitzonderlijke sport, maar de combinatie van eigenschappen maakt rugby bijzonder. Autoriteit is heel belangrijk. Bij rugby geldt: alleen de teamcaptain praat met de scheidsrechter. En dan ook echt praten, niet schreeuwen. Als een speler dat doet, moet die gelijk tien minuten het veld uit en krijgt zijn team een penalty. Dus dat haal je niet in je hoofd. Dat is een regel, maar het is net zo goed onderdeel van de rugbycultuur.

Een sport voor brede, stoere kerels? Het is een sport for all shapes and sizes. Ongeacht je postuur en de bijbehorende skills, is er altijd wel een positie waar je als speler tot je recht komt. Dat is wel even anders dan bij voetbal. Juist omdat het een contactsport is, en een teamsport, ben je als speler veel meer onderdeel van een geheel. Je bent voor je veiligheid en voor het spelletje afhankelijk van de rest van je team. Het gaat om het samenspel. Ik geef een voorbeeld. Als in de rust het puntenverschil meer dan 45 is, dan wordt er overlegd. De eindstand vast, maar dan wordt gekeken of we de teams kunnen mixen zodat er nog een leuke tweede helft gespeeld kan worden. Dat is beleid, dat is een regel. En het is onderdeel van de cultuur.

De ledenaantallen van de rugbyclubs groeien, onder de jeugd én onder de meiden. Dat is natuurlijk goed nieuws. Die komen vaak uit andere sportculturen en dan hoor je met name de ouders die zeggen: dit is zo anders dan wat ik ken! Die cultuur wordt zeer gewaardeerd. Ouders zien de pedagogische waarde ervan in.”


tekst: Wouter van Emst, Kyra Schuurkamp, Marcel Hulspas
foto: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *