Cubostar, voor studenten met Caribische roots

Met leerzame en gezellige events wil Cubostar een plek zijn waar Windesheimstudenten zich ‘even thuis kunnen voelen’ en waar zij in contact komen met andere studenten met Caribische roots. 

Studenten die aan de andere kant van de Grote Oceaan naar school gingen en in Nederland willen studeren, lopen volgens een onderzoek van de Nationale Ombudsman (2020) tegen allerlei problemen aan. Een groot deel van deze studenten stopt daarom vroegtijdig met de studie, ook bij Windesheim. Onnodig, vond decaan Melenie Payant van het SSC in Almere. Daarom richtte ze samen met Winclusief het netwerk Cubostar op.
“Omdat de hulpvraag van de groep studenten uit Suriname in dezelfde lijn ligt als die van de Caribische student heb ik besloten deze culturen te mixen binnen Cubostar”, vertelt Melenie. “De Surinaamse en Caribische culturen hebben veel overeenkomsten en vanuit eigen ervaring zag ik een perfecte match. Kenmerkend is dat zij zich op school vaak onvoldoende herkend, of thuis voelen en dat zij het lastig vinden om aansluiting te zoeken met collega-studenten die anders zijn zoals zij. Eenzaamheid speelt vaak ook een grote rol en als je geen netwerk om je heen hebt waarop je terug kunt vallen, dan sta je er toch een beetje alleen voor. Dit waren voor mij de signalen om dit netwerk voor de zomer binnen Windesheim op te richten.”

Steun bij elkaar

Gershwin, Roxanne en Cesar

Uit het onderzoek van de Ombudsman blijkt dat veel Caribische studenten tijdens hun studietijd in Nederland het gevoel hebben tussen wal en schip te vallen. Volgens de ene regeling worden zij namelijk als internationale studenten gezien, en bij de andere regeling niet. Dit geeft onder andere problemen bij het aanvragen van een bsn-nummer, zorgverzekering, studiefinanciering en toeslagen. Maar ook bij het voorbereiden op studeren in Nederland. Te beginnen bij de studiekeuze. “Om in Nederland te studeren was voor mij een ‘in the moment’ keuze. Tot het laatste moment twijfelde ik”, vertelt tweedejaars Verpleegkundestudent Gershwin. Hij woont op dit moment op kamers bij zijn tante in Almere.  

“Op school kende ik in het begin helemaal niemand. Het netwerk is fijn om elkaar te helpen als we ergens tegenaanlopen bij onze studie”, vertelt Gershwin. “In mijn klas zitten studenten van verschillende afkomsten en culturen, maar ik wilde niet dat er barrières ontstonden tussen mij en klasgenoten omdat ik van de Antillen kom, dus ben ik vanaf het begin gewoon met iedereen gaan praten. Inmiddels heb ik hier ook goede vrienden gevonden.  

Ik ken ook studiegenoten uit Nederland, Egypte, Marokko en Turkije. Er is geen discriminatie maar je merkt wel bij groepsopdrachten dat die ‘groepen’ studenten niet met elkaar samenwerken. Dat vind ik wel jammer.” 

“De wereld is hier in Nederland veel groter”, zegt Cesar, vierdejaars Commerciele Economie. Hij en Gershwin leerden elkaar vorig studiejaar kennen via het netwerk. Cesar woont alleen op kamers in Amsterdam. “Als kind ben ik een paar keer in Nederland geweest tijdens vakanties en familie en vrienden hebben allemaal in Nederland gestudeerd. Dus het land was voor mij niet onbekend. De enige gróte test was het op mezelf wonen: het groeien in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, maar ook zelf je huis schoonmaken , boodschappen doen en koken.”
Op het gebied van studie heeft Cesar wel nieuwe dingen ontdekt: “In Suriname leven mensen meer met elkaar in hun eigen bubbel. Als je in Nederland grotere steden bezoekt zie je elke keer weer nieuwe mensen van verschillende afkomsten en culturen. De wereld ligt hier meer aan je voeten want je kunt heel makkelijk studeren, stagelopen en werken in andere Europese landen. Omdat ik in Nederland kwam om te studeren werd ik ook opeens een Europese burger; voor mij was dat wel een eyeopener. Zonder het netwerk weten studenten met Surinaamse of Caribische afkomst misschien niet goed waar ze terecht kunnen met deze ervaringen of vragen. ” Gershwin beaamt dat: “Je hebt hier veel meer opties, maar je moet dat net allemaal weten. Als ik bijvoorbeeld een stage wil lopen in een ander land is dat hier niet zo moeilijk te regelen omdat we veel andere landen in de buurt hebben. Op de eilanden is alles veel meer gelimiteerd.”

het doel wat Melenie met Cubostar voor ogen heeft. “Onze hogeschool moet een plek zijn waar iedereen zich gezien en gehoord voelt, omdat dit bijdraagt aan het verhogen van het studiesucces. Door ze vanuit Windesheim dit netwerk aan te bieden, krijgen studenten net dat extra steuntje in de rug en wordt hun zelfredzaamheid vergroot. De sociale activiteiten zullen dan ook gericht zijn op het samen plezier hebben, en het vergroten van hun netwerk. De informatieve bijeenkomsten zijn juist gericht op extra informatie over regelingen binnen Windesheim, informatie over budgetteren en andere zaken rondom de financiën, overige actuele en relevante onderwerpen en groepsgewijze lessen op het gebied van de Nederlandse taal.”

Eigen mentoraat

Momenteel heeft Cubostar 25 aanmeldingen, waarvan 11 actieve leden in Almere. Melenie zou het mooi vinden als meer studenten aansluiten. Maar ook medewerker die vanuit hun expertise iets moois kunnen bijdragen zijn van harte welkom. De wens vanuit het SSC is om in de toekomst een mentoraat op te zetten, dat wordt beheerd door ervaren studenten afkomstig uit Caribisch gebied of Suriname.

“Ik denk dat het netwerk handig is om nieuwe mensen te ontmoeten die dezelfde afkomst als jij hebben”, benadrukt Cesar. “Vooral voor studenten die het moeilijk hebben omdat ze hier helemaal niemand kennen is dat super! We staan als netwerk nog in de beginfase en we zijn netwerk nog aan het opbouwen. Voor nu denk ik dat het netwerk wel wat meer input kan gebruiken vanuit de studentjes zelf, zodat het voor onze doelgroep laagdrempeliger wordt om deel te nemen aan events.

Gershwin is het daar mee eens. “Windesheim heeft het studiesuccescentrum en een netwerk voor lhbti-studenten, maar wij komen van een plek waar we niet bekend zijn met ondersteuning en netwerken. Met dit platform willen we elkaar graag helpen bij de weg vinden in het studeren.” 

Tekst: Reinhilde van Aalderen
Foto: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *