Het Vliegende Paard: ’We verzonnen een U-bocht constructie’

Studentencafé Het Vliegende Paard in Zwolle viert zijn 25ste verjaardag. Gaston van Kleef, een van de oprichters, blikt terug.

‘Ik zat op de hts, en ik was voorzitter van het ZHTC. De ZHTC-soos huisde in kelder, onder de school aan de Grasdorpstraat. Daar kwamen ook andere studenten, zoals die van de sociale academie. Op die manier zijn heel wat techniekstudenten aan de vrouw gekomen – ik ook trouwens.

We moesten uit de kelder, want de opleiding verhuisde naar de campus. En we begrepen dat als we als studenten gezamenlijk iets wilden opzetten voor Zwolle Studentenstad, we de koppen bij elkaar moesten steken. Daarom hebben we toen het SOOZ opgericht, om dat “wij-gevoel” te creëren. En we zijn daarna op zoek gegaan naar een geschikt pand. Op dat moment kwam een horecaondernemer, Cor Roos, met Voorstraat 17 op de proppen. Dat wilde hij wel aan ons verhuren. Maar dat zagen we niet zitten en we wisten niet of de man konden vertrouwen vanwege bestemmingsplanperikelen, en de huur die hij vroeg was ook veel te hoog. Daar kwam bij dat de begane grond kantoor was, maar de eerste verdieping had een woonbestemming. En daar konden we niks mee; beneden werd verenigingsgebouw, dat was geen probleem, maar op de eerste verdieping wilden we een mensa beginnen. Ondertussen deed hij wel zijn best om ons te paaien. Hij had achterin in het pand al een soort disco-cabine gebouwd, en hij had allemaal kroonluchters opgehangen die afkomstig waren – vertelde hij – uit Hotel Krasnapolsky. Maar wij zagen het niet zitten.

We wilden het pand kopen, maar Roos mocht dat niet weten. Nu hadden we goed contact met de wethouder, Hans Dijkstra, en we hadden goede financiële adviseurs. Gezamenlijk hebben we toen een U-bocht constructie bedacht. Een makelaar in Leeuwarden bracht namens ons een bod uit. Maar er moest na aankoop nog wel voor minstens een kleine miljoen gulden aan verbouwd worden. Dat bedrag hebben we bij elkaar gekregen doordat de gemeente een subsidie bedoeld voor tien jaar in één keer uitkeerde. Daarnaast kregen we een hypotheek bij een bank én kregen we een bedrag van Windesheim. Alles bij elkaar 1,3 miljoen gulden. Toen konden we doorgaan. Roos vroeg 565.000 gulden, vertelde de makelaar. “Kopen”, zei ik. Ik had eigenlijk geen idee hoeveel geld dat was. Toen Roos erachter kwam, was hij pissed, natuurlijk. Maar zaken zijn zaken.

Maar het mocht van de gemeente geen horeca worden, dus werd het een verenigingsgebouw met een pasjessysteem. Alleen studenten van Windesheim hadden toegang. Maar de vereniging van bewoners van de binnenstad, Het Hof van Zwolle, schreeuwde moord en brand. Studenten, dat vonden ze helemaal niks, dat waren in hun ogen criminelen. Toen tijdens een raadsvergadering de bestemming voor de eerste verdieping werd aangepast, zodat daar een kantine kon komen, gingen de remmen écht los. Het Hof van Zwolle daagde ons voor de rechter en procedeerde tot aan de Raad van State. Pas toen we daar in het gelijk waren gesteld, was het Paard van ons en konden we starten met de verbouw.’

Foto: Jasper van Overbeek (stropdasdrinken, 1 maart 2018)

Lees ook:

Het Vliegende Paard in 1996

Het Vliegende Paard: ‘We geven alles een kans’

Het Vliegende Paard: ‘De soos was echt van óns’

Het Vliegende Paard: ‘De omliggende horeca bekeek ons met argusogen’

Het Vliegende Paard: ‘Mijn dochters komen er nu ook’

Michelle: Proost op het Paard

Er zijn 3 reacties op «Het Vliegende Paard: ’We verzonnen een U-bocht constructie’»

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *