‘In godsdienst zit ook veel onzin’

Bert Koetsier (65) gaat met emeritaat. De studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en de Katholieke Pabo neemt op 3 oktober afscheid met de presentatie van het boekje Beeldend Bijbellezen, waarin hij de lezer uitnodigt bijbelteksten niet letterlijk te nemen maar te beschouwen ‘als beeldhouwwerken waar je naar kunt kijken zonder een ander op te leggen wat die moet zien.’

“Ik heb moeten vechten tegen het beeld van een dominee die je in je nekvel wil grijpen en die vindt dat je van alles moet. Ik begrijp hoe dat idee gevoed wordt vanuit de orthodoxe stromingen, maar ikzelf heb altijd geprobeerd stereotype beelden van de verzuilde godsdienstigheid uit de vorige eeuw af te breken. Daarom heb ik nooit gepoogd studenten lid van ‘de club’ te maken. Binnen de verzuiling past geen oecumene en geen multi-religiositeit. Als je in je eigen bunkertje blijft zitten en geheimtaal spreekt, leidt dat tot niets. Gelukkig is Windesheim een open instelling, waar iedereen welkom is. Refo’s maar ook moslims.” Instituutspastor Bert Koetsier heeft geen seconde spijt gehad van zijn initiatief een rituele wasruimte te laten inrichten voor moslimstudenten. “Diversiteit moet je faciliteren. Mijn actie in 2011 heeft een geweldige discussie opgeleverd. De PVV stelde Kamervragen. Intern zeiden mensen: dit gaan we toch niet doen op een christelijke school?! Ik heb hen uitgelegd waarom we het juist wel moesten doen. Christenen moeten snappen dat rituelen ook voor moslims belangrijk zijn.”

Had je er daarom geen moeite mee dat de C van christelijk van de gevel verdween?

“Het christelijke van Windesheim zit in de naam zelf, niet in een C op een gevel. De naam dateert van voor het conflict Rome/Reformatie. Toch bekijken veel mensen Windesheim vanuit het gesloten reformatorisch profiel. De discussies moeten gaan over hoe we ons christelijke ideaal in het hart van mensen krijgen. Het bestuurscollege moet veel krachtiger inhoudelijk sturen op onze profilering vanuit de christelijke traditie. De politiek is sterk antigodsdienstig. Kerken hebben de mankracht niet meer om de eeuwenoude waarden te behouden. Daarom moet het hoger onderwijs het doen.”

Dat vergt een forse inspanning want “het gemeenschapsmodel in het onderwijs is uitgekleed tot een instrumentele, functionele werkomgeving waarin men elkaar niet meer als leden van dezelfde groep ziet.” Koetsier mist een klimaat waarin visionairen zoals wijlen bestuurder Gert Veenhoven konden gedijen. “Dat type inspirators is er niet meer. Het denken over waardenvolle professionaliteit is te veel een vrijblijvende bezigheid van liefhebbers. Managers moeten hun medewerkers er met meer vuur op aanspreken en niet als een ongevaarlijk keffertje om hun mensen heen springen.”

Bert Koetsier, geboren en getogen in een liberaalgereformeerde gezin in Assen, woont al bijna dertig jaar in Zwolle. Hij heeft één liefhebberij: kerkorgel spelen. Bert studeerde theologie in Kampen en bij de VU. Betaald door de Protestants Christelijke Kerken (PKN) ging Bert in 1990 fulltime aan de slag als studentenpastor. Zijn opvolger wordt een parttimer.

Je wordt het geweten van Windesheim genoemd.

“Dat ervaar ik als een eretitel als men doelt op mijn inzet voor mensen die zich gemanipuleerd en gebruikt voelden. Soms werden die collega’s in vertrouwelijke gesprekken met mij boos of agressief of barstten ze in huilen uit. Ze verontschuldigden zich dan omdat ze zo emotioneel werden. Maar dat ze hun emoties uitten, was het mooiste compliment dat ik kon krijgen. Ik kon voor die mensen mijn voet tussen de deur zetten en hen kracht en inspiratie geven met bijbelverhalen. Als ‘het geweten zijn’ er op sloeg dat ik het confessioneel correcte geluid moest laten horen, dan bedankte ik voor de eer.”

Je hebt van alles verzonnen om met studenten en medewerkers in contact te komen. Bijvoorbeeld je 7 voor 1- bijeenkomsten.

“Met 7 voor 1 wilde ik, net als de ouderwetse pastoor, elke dag een ‘mis’ opdragen, ongeacht of er iemand bij zat. Dat heb ik zestien jaar volgehouden. Omdat mijn 7 voor 1 een instituut was geworden, kwam er ook in het nieuwe entreegebouw een stiltecentrum, Het Heim. Dat is een uitvalsbasis geworden voor multireligieuze ontmoeting. Daarom ben ik blij dat ‘Windesheim in Dialoog’ 7 voor 1 voortzet.”

In de jaren tachtig richtten onbekenden in het oude stiltecentrum vernielingen aan.

“Dat waren studenten die zich verzetten tegen hun strenge thuiskerk. Ik werd zelf ook weleens vijandig benaderd met opmerkingen als: hou toch op met die godsdienstonzin, maar het verzet van de studenten was ook mijn verzet. In godsdienst zit ook veel onzin. Natuurlijk liep Jezus niet echt over het water. Het gaat om een beeld van een God die de kwade krachten, gesymboliseerd door water, overwint door er zijn voet op te zetten.”

Het studentenverzet nam een wending richting onverschilligheid, maar de laatste jaren ziet Koetsier een “hernieuwde, onbevangen aandacht voor spiritualiteit. Maar veel studenten weten letterlijk van niets van godsdienst.” Daarom verzorgde Koetsier veel onderwijs over geloof en zingeving. Met succes. “Studenten ontdekken dat godsdienst een verbeelding van de werkelijkheid is, die voorkomt dat je als mens verdrinkt in de chaos van het bestaan.”

Tekst: Hans Invernizzi
Foto: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *