Het formuleeronderwijs in een constructiever jasje

Jeroen Steenbakkers promoveerde in april aan de Rijks Universiteit Groningen. Daarvoor gaf hij 27 jaar les op de middelbare school, waar zijn leerlingen formuleerfouten leerden herkennen en verbeteren die zij zelf doorgaans niet maken. Dat dreef hem ertoe een nieuwe lesmethode te ontwikkelen door middel van een onderzoek. Tijdens dit onderzoek bedacht hij zich dat hij meer mensen bereikt als hij de docenten van de toekomst lesgeeft. Zo kwam hij kortgeleden terecht bij de Lerarenopleiding Nederlands van Windesheim. 

Waarom was dit onderzoek nodig?

“Wat mij opviel was dat leerlingen leren wat ze vooral niet moeten schrijven, in plaats van hoe ze hun schrijfstijl kunnen verbeteren. Ik gaf les aan drie en vier havo/vwo. Toen ik een onderzoeksbeurs kreeg aangeboden, vond ik het tijd om het formuleeronderwijs op een constructievere manier te hervormen. Het formuleeronderwijs is een onderdeel van de Nederlandse taalvaardigheid waarin leerlingen formuleerfouten als tautologieën, pleonasmen, foutieve tangconstructies en verwijsfouten lerenDe huidige vorm is erg toetsbaar omdat het zo zwart-wit is, maar je leert deze vorm vervolgens niet in de praktijk te gebruiken. Je leert bijvoorbeeld dat ‘de witte sneeuw’ fout is, maar daar denken taalkundigen anders over. Deze taalfouten noem ik dus liever taalverschijnselen.”

Wat maakt jouw lesmethode zo anders?

“Uit de formuleerfouten die ik heb verzameld blijkt dat de constructies veel rommeliger, maar ook grappiger zijn dan die in de onderwijsboeken. Door deze te bestuderen, kunnen leerlingen van elkaar leren. Het huidige systeem zorgt ervoor dat leerlingen niet na over schrijfstijl. Een achtdelige lessenserie is het product dat ik tijdens mijn onderzoek heb gemaakt. Hierin laat ik zien hoe leerlingen hun schrijfstijl kunnen verbeteren door ze schrijfstijlstrategieën aan te leren. Ze leren acht verschillende schrijfstijlstrategieën aan de hand van teksten van goede schrijvers. Vervolgens doen ze die na en bespreken ze die. Wat blijkt: de leerlingen vonden de lessen leuker, ze gingen meer nadenken over taal en ze gingen daadwerkelijk anders schrijven. Ze leerden iets veranderen wat ze zelf altijd al fout deden, in plaats van wat het boek dacht dat ze fout deden. De lessen sloten dus beter aan bij de individuele leerling.” 

Wat hebben toekomstige docenten aan jouw onderzoek?

“De formuleerfouten die vroeger wel werden getoetst, komen nu al minder voor. Vrij veel stof uit de lessen die ik heb gemaakt komt terug in de lesboeken die nu worden gepubliceerd. Deze boeken worden niet direct door de lerarenopleiding gebruikt, maar hierop moeten ze wel de lessen baseren die ze geven op stage en in de toekomst. Zo sijpelt het door naar de opleiding. De toekomstige docenten weten door mijn onderzoek welke fouten de leerlingen maken. Zo kunnen ze hen beter aanleren hoe ze opvallend of zorgvuldig kunnen schrijven. Ik stip graag aan de horizon: ik hoop dat deze lesmethode over een jaar of tien nog meer toegepast zal worden.”

Hoe heb je zelf spelling en formuleren geleerd?

“Eigenlijk niet. In de jaren ‘80 ging het Nederlandse onderwijs veel meer dan nu over literatuurgeschiedenis, daarna pas over taalvaardigheid. Toen ik begon met lesgeven stond ik met een mond vol tanden toen een leerling mij wees op formuleerfouten. Van foutieve tangconstructies had ik nog nooit gehoord. Nu, in de moderne tijd, kunnen leerlingen die informatie zelfs van YouTube halen. In die korte tijd is er dus op het gebied van Nederlands onderwijs veel veranderd en gaat er hopelijk nog veel veranderen.” 

Is de methode nu klaar? 

“Ik ben voorlopig klaar met onderzoeken, maar nog niet met creëren. Door mijn onderzoek heb ik meer inspiratie gekregen om nieuwe lessen te maken. Daarom ben ik bezig met een reader voor leerlingen, waar ze voorbeelden van verschillende motivatiebrieven, opstellen, betogen en nog veel meer kunnen vinden. Dat idee ontstond doordat mijn kinderen mij altijd vragen om hun brieven na te kijken. Ik dacht toen aan alle jongeren die geen ouders hebben die dat voor hen kunnen doen. Daarom wil ik hen graag steun bieden met mijn lesmateriaal.” 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *