Cor Niks: ‘Bruisweek te veel een zuipfeest?’

Elke ochtend maak ik een wandeling in het bos met mijn labrador. Genieten van de natuur, geuren, kleuren en geluiden. De laatste jaren kwamen er veel nieuwe wijkbewoners bij. Het is drukker in het bos, er ligt afval en er zijn conflicten met niet opgevoede honden. Voor mij is het evenwicht verstoord. Kun je dat reguleren? Wie bepaalt of je welkom bent in een bos?

Ik zie een vergelijking met de introductieweek van Windesheim. Vanaf de zijkant heb ik meegekeken naar de Bruisweek en met veel studenten gesproken. Ook hier heb ik het gevoel dat het broze evenwicht tussen zeer succesvol en minder succesvol uit balans raakt. De Bruisweek lijkt zo succesvol dat ze aan het eigen succes ten onder zou kunnen gaan.

Zuipen!

Een succes was de Bruisweek zeker, alle activiteiten geslaagd, het concert was geweldig en het leren kennen van andere studenten en Windesheim is helemaal gelukt.

Één van de vragen die ik stelde aan deelnemende studenten was: “Wat maakt dat je deelneemt aan de Bruisdagen”? Het – voor mij verbijsterende antwoord – was: ‘zuipen’, ‘kennismaken met anderen’ en ‘activiteiten lijken me leuk om te doen’. Helaas in deze volgorde!

Ik verwacht dat Windesheim liever had gewild dat ‘zuipen’ hier helemaal niet tussen zou staan. Maar schijnbaar is feesten met veel alcohol voor de aankomende studenten een heel belangrijke zaak.

Is hier het evenwicht zoek? Naar mijn idee zeker wat betreft het reguleren van alcohol. Met de bekende bandjes om de pols is wel wat misgegaan: er was een flink aantal 17-jarigen dat een verkeerd bandje kond bemachtigen. En ook onder de 18+ studenten leidden grote hoeveelheden drank soms tot gedrag wat we liever niet zien.

Reguleren?

Brengt me terug bij de vraag of je zoiets kunt reguleren? Gaat het in de Bruisweek mis omdat er zoveel mensen deelnemen of omdat het evenement zo groot is? Of omdat er te weinig toezicht is?

Is er te veel verantwoordelijkheid gelegd bij de begeleidende studenten die zich graag onderdeel van de groep willen voelen? De introductie is een lastige cocktail van veel nieuwe mensen, drank, vermoeidheid, een nieuwe omgeving en je plekje willen bemachtigen in de sociale context.

Daarom is het belangrijk om – ondanks het succes – na te blijven denken over hoe we de Bruisweek willen vormgeven. Zouden we het bijvoorbeeld aandurven om een 0.0% Bruisweek te organiseren? Of is dat een brug te ver?

Cor Niks is docent psychomotorische therapie bij de calo

Er zijn 1 reacties op «Cor Niks: ‘Bruisweek te veel een zuipfeest?’»

  1. Sander Janssens schreef:

    Hoi Cor,
    De krachten om het bruisevent groot, groter grootst te maken zijn sterk aanwezig.
    Likkebaardend wordt er door sommige commerciële partijen gekeken naar de massaliteit van koopkrachtige studenten. Geweldige kans om flink snel wat geld te verdienen als je er op tijd bij betrokken bent:). Voor het imago als onderwijsstad Zwolle zijn bruisweken natuurlijk ook een geweldig event. Evenals voor de corporate onderwijsinstellingen. Maar goter betekent ook annoniemer, voordat je het weet moet je security inhuren, dranghekken plaatsen, verkeer regelen.
    Een ander geluid dat ik hoor is dat studenten zich vanwege de massaliteit te weinig betrokken voelen bij hun eigen opleiding. Voordat de bruisweek er was organiseerde iedere opleiding zijn eigen introductie. Dat betekende dat je niet anoniem in de massa opging, maar je wist dat je met docenten je van de opleiding zat. Gekend en erkend worden. Zuipen en helemaal losgaan gebeurde sporadisch natuurlijk wel, maar je wist dat je aankomende docenten en klasgenoten je herkenden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *