Boodschappen halen zonder verpakkingen: Iris doet het

Boodschappen doen zonder pot, plastic, doos of blik eromheen, dat scheelt een hoop afval. Daarom winkelt eerstejaars Iris Broekmann verpakkingsvrij: “Ik sleep standaard mijn eigen zakjes mee.”

Iris vist een verzameling stoffen zakjes, netjes en theedoeken uit haar rugzak. “Er is niks spontaans aan verpakkingsvrij winkelen,” lacht ze, terwijl ze door de biologische supermarkt loopt. “Ik moet er altijd voor zorgen dat ik mijn eigen zakjes of netjes bij me heb. Potjes kunnen ook, maar dat wordt zo’n gesjouw. Soms ben ik toch m’n zakjes vergeten, maar in een koffiemok of waterflesje kan ik ook dingen stoppen. Alles om maar geen afval te produceren.”

Rijst tappen

Vandaag is Iris (student van de opleiding Global Project & Change Management) in de Ekoplaza in Zwolle, één van haar vaste adressen. Hier kun je zelf rijst, pasta, kikkererwten en noten tappen. “Kijk, je hangt er gewoon je zakje onder en neemt zoveel je wil. Even afwegen en dan kun je betalen.”

Steeds meer mensen in Nederland winkelen op deze manier. Er is zelfs al een online supermarkt die verpakkingsvrije boodschappen bij je deur aflevert. Zonder omhulsel, dat is ook waar Iris naar streeft, al legt ze de nadruk vooral op het kopen van zo min mogelijk spullen met een plastic zakje, cellofaantje of bakje.

Iris wijst naar de zelftap met kikkererwten. “Daar wordt het lastiger. Ik vind kikkererwten heel lekker, maar deze zijn rauw. Je moet ze eerst twaalf uur laten wellen in water voordat je er mee kan koken. Ik ben tot veel bereid, maar dat kost me te veel tijd. Soms kies ik dus toch voor gemak en ga ik voor kikkererwten in blik of pot. Gelukkig zijn blik en glas makkelijker te recyclen dan plastic. Plastic is echt slecht voor het klimaat, dus dat probeer ik vooral te vermijden.”

Naar verschillende winkels

Iris: “Ieder stukje plastic is een stukje afval. Mensen denken dat je plastic goed kunt recyclen, maar dat is lang niet altijd zo. Bovendien is het verwerken van afval slecht voor het klimaat. Als we allemaal boodschappen zouden doen zonder verpakkingen, dan worden er ook geen verpakkingen meer geproduceerd. Een beetje idealistisch, want dat gaat waarschijnlijk niet gebeuren. Maar ik draag bij wat ik kan.”

Het gaat volgens Iris vooral om kennis. “Mensen moeten weten dat het anders kan. En waar je dan moet zijn. En natuurlijk gaat het ook om gemak – wat je bij ‘gewoon’ winkelen nou eenmaal meer hebt. De Albert Heijn vind je overal en is tot laat open. Daar ga je sneller heen dan naar de biologische supermarkt, die op minder plekken zit en minder vaak open is. Bovendien vind je bij de gewone supermarkt alles in één pand. Terwijl je voor verpakkingsvrij winkelen naar verschillende winkels moet.”

Single use plastic

Er zit wel een prijskaartje aan winkelen zoals Iris dat doet. “De Ekoplaza is natuurlijk duurder dan de supermarkt. En als je een blok kaas wil kopen zonder verpakking moet je naar de kaasboer. Die is ook duurder dan de supermarkt. Maar de groenteboer is weer goedkoper, of even duur, én met veel minder verpakkingen.”

Op naar de groenteboer dus. Iris laat er haar ogen glijden over de vele kisten met fruit, groenten en kruiden. Ze wijst naar de spinazie, die hier zonder zakje in een kist ligt. “In de supermarkt zit om groenten vaak single use plastic. Dat kun je daarna nooit meer gebruiken. Heel gek eigenlijk, want die verpakking is in veel gevallen niet eens nodig.”

Gember, verse kruiden, courgettes, druiven: Iris vult zonder schuldgevoel haar eigen zakjes met eten voor de komende dagen. Zelfs taugé koopt ze verpakkingsvrij. Uit een grote kist vist ze een handje vol en stopt het in haar eigen netje. Wat ze afrekent? “Dertien euro. Dat was me bij de supermarkt niet gelukt.

Statiegeldsysteem

Maar hoe zit het met andere soorten boodschappen, zoals vlees? Kun je álles zonder verpakking kopen? “Vlees eet ik niet, ik eet zoveel mogelijk vegetarisch en veganistisch. Maar vleesvervangers als tofu eet ik wel, en die zitten in een verpakking. Sommige producten zijn nou eenmaal niet zonder verpakking te koop. Helemaal verpakkingsvrij winkelen is daarom ook onmogelijk. Maar je kunt wel kiezen voor slimmere oplossingen.”

“Zo bestel ik mijn basisboodschappen bij Pieter Pot, een online supermarkt. Al hun spullen worden geleverd in glazen potten. Niet verpakkingsvrij dus, maar wel met verpakkingen die hergebruikt worden. Het werkt als een statiegeldsysteem: als je volgende bestelling komt, geef je de oude potjes weer mee. Zo produceer je als consument geen afval. Tofu hebben ze overigens niet bij Pieter Pot. Als ik dat wil hebben, moet ik het in een plastic bakje in de winkel kopen.”

Wat Iris niet bij Pieter Pot bestelt, koopt ze bij andere winkels – zoals de groenteboer en Ekoplaza dus. “En ik bestel dingen online. Shampoo bijvoorbeeld. Dat is dan een shampoo bar; hetzelfde idee als een stuk zeep. Die wordt geleverd in een kartonnen verpakking. Tandpasta is te krijgen in tabletjes, in een statiegeldpotje.”

Er zijn grenzen

De laatste stop voor vandaag is de Turkse bakker. Het is het einde van de middag en de meeste broden zijn al verkocht. Er liggen er nog een paar. In plastic. Als Iris de bakker vraagt of hij nog brood zonder verpakking heeft liggen, schudt hij zijn hoofd. “Zonder verpakking droogt het brood uit.”

En nu? Iris haalt haar schouders op. “Als het echt niet anders kan, koop ik het mét verpakking. Ik heb nou eenmaal brood nodig. En het lukt me qua tijd niet om steeds de hele stad door te fietsen en te speuren naar dat ene brood zonder plastic eromheen. Ik doe zoveel als ik kan, maar er zijn grenzen.”

Tekst: Silke Polhuijs
Foto’s: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *