Robothond Spot is ingewikkeld, maar ‘wel heel vet’

Drie studenten van Windesheim krijgen een uitzonderlijke kans: als eerste studenten in Nederland mogen ze met robothond Spot werken. Wat kan hij precies, en hoe is hij in te zetten in een fabriek?

Op zijn slanke pootjes wandelt Spot door het gebouw. Hij loopt de trap op, gaat zitten en houdt zelfs zijn koppie scheef, alsof hij je aankijkt. En als zijn energie op is, gaat hij erbij liggen. Met een beetje fantasie is het net een echte hond. Het verschil: Spot bestaat niet uit vlees en bloed, maar uit metaal en complexe technologie. De drie studenten van Windesheim onderzoeken hoe de robothond kan worden gebruikt.

“Spot is zeldzaam”, vertelt derdejaars Elektrotechniek Emiel. “We hebben nog nooit met zoiets gewerkt; dat hij bijvoorbeeld pootjes heeft maakt hem veel ingewikkelder. Het is een lastig, maar heel vet ding.”

Dat onderzoeken ze in Perron038, een grote fabriekshal achter het station in Zwolle, waar verschillende bedrijven uit de technische sector én studenten van verschillende scholen zitten. Machinebouwbedrijf Tembo haalde de robot naar Nederland, met de vraag of Windesheimstudenten ermee aan de slag wilden. Wat Spot heeft gekost? 75.000 euro. “Dit is het nieuwste van het nieuwste in de technologie,” vertelt Windesheimdocent Freek Noordhuis. “De minor die deze studenten volgen heet ‘Fabriek van de toekomst’, en is een moderne manier van onderwijs. Het gaat minder om kennis overdragen, dus het gaat anders dan bij andere minoren. De studenten, die van verschillende technische opleidingen komen, gaan vooral zelf op zoek naar kennis en oplossingen. Voor hen is het mooi om te ontdekken wat je met Spot kan. De eerste iPhone vond ook iedereen apart. En dat is ook een succes geworden. In dat beginstadium zitten we ook met Spot. Voor vakidioten is dit hartstikke gaaf.”

Slanke pootjes  

Spot is anders dan andere robots. Dankzij zijn slanke pootjes, kleine formaat en bijzondere functies komt hij op plekken waar mensen – en andere robots – niet kunnen komen. Docent Freek: “Hij kan bijvoorbeeld in smalle ruimtes lopen, of over terreinen waar robots met wieltjes het niet redden. Ook in ruimtes waar het lawaaiig is of waar met chemische stoffen wordt gewerkt, kan Spot worden ingezet. Verder kan hij dingen ontwijken, een bepaalde route volgen, traplopen… en je kan een camera op zijn rug zetten, dan kan hij codes scannen. Of je zet er een robotarm op, dan kan hij dingen halen en brengen.”

“Je kunt Spot zien als een soort assistent in het werkproces. Hij kan bijvoorbeeld een servicemonteur aanvullen in zijn werk. Een servicemonteur controleert of de machines in een fabriek goed werken. Op de plekken die hij zelf lastig kan bereiken, maakt Spot het werk af. Maar goed, in die fase zitten we nog niet.”

Van theorie naar praktijk 

Want eerst moeten de studenten onderzoeken hoe je Spot zover krijgt. Freek: “De studenten maken de vertaalslag van de theorie naar de praktijk. Ze analyseren hoe Spot werkt, dus hoe hij geprogrammeerd is. Vervolgens kijken ze hoe hij in de praktijk kan worden ingezet. Hij kan niet alle trappen op: welke wel? Wat gebeurt er als hij ergens tegenaan loopt? Hoe groot kunnen de obstakels zijn die hij kan ontwijken? We weten dat hij die functies heeft, maar in de praktijk gaat het vaak toch weer anders.”

Niet alleen gaan ze na wat Spot kan, de studenten regelen ook dat hij dit uit zichzelf kan doen. “Hem aansturen met een controller is makkelijk”, legt Tom, derdejaars Industrieel Productontwerpen, uit. “Maar uiteindelijk moet hij alles zelf kunnen doen. Anders heb je alsnog een mens nodig. Dus schrijven we codes en testen we of hij doet wat we willen. En 9 van de 10 keer doet hij dat niet meteen.”

Op de buik

In de toekomst is het ook de bedoeling dat Spot zijn eigen accu kan vervangen. Daarvoor heeft hij wel hulp nodig van een andere robot. Dinand, derdejaars Werktuigbouwkunde: “Spot kan anderhalf uur rondlopen, maar daarna is de accu leeg. Wij moeten die nu nog voor hem verwisselen, dus we zoeken uit hoe hij dit zelf kan doen. We gebruiken daarvoor een cobot: een robotarm. Eerst bouwen we een laadstation, dat zetten we binnenkort in elkaar. Op het laadstation komt de cobot te staan. Als Spot bijna leeg is, is het de bedoeling dat ‘ie naar het laadstation toe komt en op zijn rug gaat liggen. De cobot pakt de accu dan van Spots buik, verwisselt hem met een volle accu en laadt de lege accu op. Zo kan Spot 24 uur per dag rondlopen.” 

“Het is heel bijzonder,” concludeert Dinand. “Niet alleen dat we met Spot mogen werken, maar ook dat we dat op Perron038 mogen doen. In dit gebouw vind je overal robots en cobots en die mogen we allemaal uitproberen. Gaaf, want ik wil later met robots werken.”

Tekst: Silke Polhuijs
Foto’s: Gerben Rink

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *