Michelle: ‘Allergie’

“Heb je gehuild?” Ik sta nog maar net binnen of ik krijg van een collega alweer dé vraag naar mijn hoofd geslingerd. Ik wrijf met mijn vuisten door mijn ogen, wetende dat de waterproof mascara hier niet tegen bestand is. Mijn ogen zien eruit alsof ik de hele nacht heb doorgehaald en een jointje – of tien – heb genomen om het allemaal wat dragelijker te maken. (Even for the record: ik kan niet eens een sigaret roken, nooit gedaan ook. Bij mijn eerste en laatste hijsje klonk ik als een verkouden walvis.)

Netjes en beleefd reageer ik op mijn collega. Nee ik heb niet gehuild. Ja ik schaam me nergens voor en weet het absoluut zeker. Ik heb gewoon een beetje last van mijn ogen. Ik begin mijn overlevingspakket uit te stallen op de tafel voor me. Labello voor mijn schurfterige droge lippen, zuigtabletten voor mijn keel die aanvoelt alsof de Zwarte Cross er net een feestje heeft gehouden en druppels voor mijn rooddoorlopen pitbull-ogen. Zakdoeken. Tien pakjes. En nog wat neusspray. Ik heb al dagen niks geproefd. Of geroken. Maar op een wonderbaarlijke wijze heeft dit mijn eetlust niet aangetast. Ik prop nog steeds alles wat ik tegen kom naar binnen.

Naast me begint een meisje te niezen. Ze lacht even en wuift het weg. “Hooikoorts.” Ze weet duidelijk niet wat het hebben van hooikoorts precies inhoudt. Mijn nies is niet sporadisch: ik ben niet te stoppen. Het snot sproeit alle kanten op en ik grijp naar één van de pakken met zakdoeken, die ik beschamend tegen mijn neus aanhoudt. Want ik weet dat het de aankomende tien minuten wel even zal blijven lopen. Ik hoef er niks voor te doen. De kraan staat open, de waterval blijft stromen. “Hooikoorts”, zeg ik terug.

“Heb je je pilletje niet genomen? Dan heb je nergens meer last van!” Was het maar zo’n feest. Het lijkt wel alsof elke nederlander, die een verkoudheidje opdoet in de lentemaanden, een patent wil hebben op de hooikoorts club. Maar de volgende dag liggen ze lekker te zonnebaden in de grasvelden, terwijl ik met de ramen dicht slaap om de pollen buiten te houden. Je zou er bijna allergisch van worden.

Michelle van der Molen,
oud-student journalistiek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *