Bezuinigingen op Windesheim: ‘Magere jaren, pijnlijke besluiten’

Waar kan het minder? Wat moet behouden blijven? De bezuinigingen maken onaangename keuzes onvermijdelijk. Erika Diender, Hasib Moukaddim en Twan Kemperman over de keuzes waar Windesheim voor staat.


De voorgeschiedenis is inmiddels iedereen wel bekend. Het aantal studenten neemt af, en dus daalt de rijksbijdrage – maar ook de bijdrage per student is een paar jaar geleden verminderd. Daarbij worden cao stijgingen maar deels gecompenseerd, en kwam nog een onaangename verrassing van het vervallen van de inflatiecorrectie op materiele lasten. Voeg daarbij dat het hoger onderwijs, dankzij de coronacrisis, enige jaren geleden nog over veel extra middelen kon beschikken (ook die tijd is voorbij), en het cliché van de “perfecte storm” dringt zich op.

Om de klap enigszins op te vangen koos Windesheim voor 2025 voor een “minbegroting”, dus met een begroting met tekort, maar die voor 2026 wordt een keurig sluitende “nulbegroting”. De directeuren hebben nu de taak om de aan hen toebemeten bezuiniging binnen hun domeinen gestalte te geven en om te zetten in maatregelen – maatregelen die onvermijdelijk pijn doen. Wélke dat zijn, verschilt per domein.

Erika Diender, voorzitter College van Bestuur: ‘Er zijn afspraken voor het verdelen van budgetten, op basis van de studentenaantallen. Sommige domeinen hebben het lastiger dan andere en dan ga je met elkaar kijken wat we gezamenlijk kunnen doen. We ontwikkelen nu scenario’s tot pakweg 2030 om te zien hoe we de last die we nog krijgen gezamenlijk kunnen dragen. Dat vraagt prioriteiten stellen. De allerbelangrijkste is dat onze studenten altijd kwalitatief goed onderwijs moeten krijgen.

Voor Windesheim Flevoland komen de bezuinigingen op een heel lastig moment…

Hasib Moukaddim, directeur Windesheim in Almere: ‘Ze komen in Almere extra hard aan omdat we een hogeschool in opbouw zijn. In 2010/2011, toen we begonnen, is er door overheden een fonds samengesteld om de tekorten, die je bij dat opbouwen onvermijdelijk draait, te compenseren. Dat fonds is nu bijna leeg. Daar komt bij dat onze studentenaantallen in de coronatijd verrassend sterk gedaald zijn. Dat creëert een extra “gat” in je financiële prognoses en daar komen de bezuinigingen dus nog bovenop. Dus ja, voor Almere is de uitdaging extra groot.

Waarom daalde het aantal studenten zo plotseling?

Twan Kemperman

Hasib: ‘Er is natuurlijk de landelijke demografische trend maar waar wij vooral last van hadden was dat veel mbo’ers, door de krapte op de arbeidsmarkt, besloten om te gaan werken in plaats van naar het hbo te gaan. Dat effect zagen we niet aankomen. Ik moet zeggen, dit schooljaar zien we een fantastische groei van ruim tien procent. Dat had in zes maanden geleden nóóit durven voorspellen. Maar ik durf niet te zeggen dat dat aanhoudt.

De grootste uitgave, dat zijn de loonkosten. En als je die wilt aanpakken, dan kom je onvermijdelijk uit bij de tijdelijke contracten.

Erika: ‘Als je afscheid moet nemen van medewerkers omdat je ze niet langer allemaal kunt betalen, dan is het juridisch het eenvoudigst om medewerkers met een tijdelijk contract te laten gaan. Dat voelt niet altijd fair, maar is een praktijk die je in tijden van bezuinigingen op allerlei plaatsen ziet. Ook in het HBO.

Twan Kemperman, hoofd afdeling HR: ‘Wat we als allereerste hebben gedaan is kijken naar de inzet van externen. Dat is waar we de eerste slag hebben proberen te slaan. Dát, en de materiele kosten. Denk aan huisvesting, extern vergaderen, catering, onderhoud . Dat zijn wezenlijke posten die je goed moet bekijken op het moment dat het minder gaat.’

Het wordt ondertussen wel érg sober allemaal…

Twan: ‘De feestjes, de presentjes, het wordt allemaal minder. En dat zijn heel zichtbare maatregelen. We zijn dan ook continu in gesprek om te voorkomen dat het gaat verschralen tot op niveau nul. Maar goed, in coronatijd hebben we allemaal kunnen ervaren dat Windesheim een fantastische werkgever is. Dat het nu een tandje minder is, ik denk dat daar ook wel begrip voor is.’

Erika: ‘We zitten in een zware tijd en dat zal nog wel even zo blijven. Maar het is belangrijk dat we mooie momenten blijven markeren. De opening van het hogeschooljaar bijvoorbeeld, dat blijven we vieren.’

Maar het is uiteraard het personeelsbeleid dat voor onrust zorgt…

Hasib: ‘De bezuinigingsopgave is voor iedere directeur dezelfde maar de uitwerking is per domein anders. De een heeft meer externen rondlopen, de andere minder. Daardoor ontstaan er verschillen. Mensen zien tijdelijke collega’s vertrekken, terwijl het bij andere domeinen minder lijkt te spelen.’ Erika: ‘Het gaat ook over kwaliteit. Als een opleiding groeit, heeft ze extra mensen nodig, met een bepaalde expertise. Daar moet je rekening mee houden.’

Hasib: ‘Het kan zo zijn dat in je team de drie docenten met tijdelijke contracten toevallig alle drie soortgelijke expertise bezitten. Die kun je niet alle drie laten gaan. Dat soort vragen komen op allerlei manieren voor in onze organisatie. En dan krijg je schijnbaar tegenstrijdige besluiten. Als directeur moet je dan kunnen vertrouwen dat mensen begrijpen dat zulke situaties kunnen ontstaan.’

Erika: ‘Mensen komen ook bij mij, en zeggen: die-en-die is zo talentvol, zo goed, kunnen we er niet voor zorgen dat hij of zij blijft? Dan moet ik zeggen: ‘het is afschuwelijk, en super jammer, maar zo hebben we dat afgesproken.’

Welke boodschap krijgen de nieuwkomers?

Twan: ‘We maken héél duidelijk dat het hoger onderwijs het lastig heeft en dat er geen garanties kunnen worden gegeven dat, bij gebleken geschiktheid, een tijdelijk contract wordt omgezet in een vaste aanstelling. Wat je dan ziet, is dat mensen daar toch van schrikken. En sommigen maken dan de keuze vroegtijdig te vertrekken.’

En ook medewerkers kijken meer om zich heen.

Twan: ‘Ja, dat is niet te ontkennen. Onze adviseurs mobiliteit, die collega’s, als ze daar behoefte aan hebben, begeleiden naar ander werk, zien een duidelijke toename van mensen die zich daar melden.’

De besten vertrekken als eersten?

‘Nee, we letten daarop en dat is niet per se waar. We doen ons best om mensen vast te houden, werk te bieden. Waar we sterk op inzetten is dat de interne arbeidsmarkt hier op Windesheim goed bekend is en zo transparant mogelijk werkt. Zodra ergens een vacature ontstaat, gaan we, veel meer dan voorheen, heel goed kijken of we die intern kunnen invullen. En we promoten de interne vacaturebank zodat mensen die bijvoorbeeld aanvoelen dat hun contract ten einde loopt ook actief op zoek gaan naar jobs waarop ze kunnen solliciteren.’

Als het om prioriteiten gaat, hoe zit het dan met de studentbegeleiding?

Erika: ‘Windesheim heeft een reputatie als het gaat om studentenbegeleiding en veel studenten komen juist daarom naar ons. Alleen, in coronatijd hadden we heel veel middelen die met name daarop zijn ingezet. Die vallen nu weg, dus de investeringen in begeleiding moet naar beneden bijgesteld, naar het niveau van voor de coronacrisis. Dat vind ik superjammer maar het is niet anders.’

‘En het voelt voor velen alsof we achteruit gaan. We gaan minder doen dan we de afgelopen jaren hebben kunnen doen. Studenten die om begeleiding vragen, moeten langer wachten. Maar de studentenbegeleiding moet ons unieke, sterke punt blijven.’

Hasib: ‘In Almere willen wij natuurlijk ook niet beknibbelen op studentbegeleiding want wij hebben te maken met stevige concurrentie van de HvA en de Hogeschool Utrecht, en dan zie je studenten heel bewust voor Almere kiezen “want daar ben ik geen nummertje”. Alleen, we zullen het werk met minder mensen moeten, dus het staat wel onder druk.’

Waarmee we aangeland zijn bij de stijgende werkdruk. Dat is een vervelende boodschap.

Hasib Moukaddim

Erika: ‘De directeuren hebben de taak om de scenario’s aan de medewerkers voor te leggen en door te spreken, zodat ook wat dat betreft alles zo duidelijk mogelijk is. En als minder mensen hetzelfde werk moeten doen, dan moet je prioriteiten stellen. Dan moet je zaken anders aanpakken, of zelfs laten liggen. Dat vinden we heel lastig.’

Hasib: ‘We proberen meer geld binnen te halen, we kijken naar de kosten – en daarnaast kijken we hoe we ons werk efficiënter kunnen organiseren. Dat is de boodschap die we ook in Almere uitdragen: denk goed na hoe je je werkzaamheden kunt verlichten. Want je moét het met minder collega’s doen.’ Erika: ‘En als je met bezieling je werk doet, is het heel moeilijk om die keuzes te maken, Dan ga je maar door. Daar moet het leiderschap in deze organisatie goed op letten: dat mensen die keuzes máken, hoe moeilijk dat ook is.’ Twan: ‘De bezieling is enorm hoog hier op Windesheim. Dat is echt uniek. Tegelijkertijd is het daardoor voor veel collega’s lastig om een grens te trekken van “tot hier ga ik en verder niet”

Hasib: ‘Medewerkers moeten dat alsmaar doorgaan niet “normaal” vinden en leidinggevenden ook niet. We waken juist heel actief om te voorkomen dat mensen bijvoorbeeld van alles in de avonduren gaan doen, of in het weekend. We roepen ze op efficiënter te gaan werken zodat alles in de gewone werkuren past. Want als je dat toelaat, dan gaat het mis.’

Erika: ‘Maar laten we het beestje bij de naam noemen, de werkdruk gaat vast toenemen. Het gaat zwaarder worden. Daar moeten we met elkaar doorheen.’

Erika Diender is voorzitter van het College van Bestuur, Hasib Moukaddim is directeur van Windesheim in Almere, Twan Kemperman is hoofd van de afdeling HR

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *