Door het nijpende kamertekort kunnen steeds minder Nederlandse studenten op kamers. Acht jaar geleden woonde nog iets meer dan de helft van de hbo- en wo-studenten op kamers. Dit percentage is de afgelopen jaren gedaald naar 44%. Ook is het aantal studenten dat zegt op kamers te willen de laatste acht jaar gedaald van 59% naar 49%. Kenniscentrum Kences concludeert daaruit dat studenten de hoop opgeven om een kamer te kunnen bemachtigen.
Kences is het kenniscentrum voor studentenhuisvesting en een vereniging voor sociale studentenhuisvesters, waaronder SSH dat in Zwolle kamers verhuurt. Ieder jaar publiceert het centrum de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting (LMS), in samenwerking met het ministerie van Volkshuisvesting.
“Als steeds minder studenten uitwonend zijn, beperkt dat de toegankelijkheid van het onderwijs. Als je niet uit huis kunt, betekent dit in de regel langer reizen of een andere studie moeten kiezen omdat de reisafstand te groot is”, zegt Jolan de Bie, directeur van Kences.
Gevoel van isolatie
“Studenten die geen woning vinden en daarom bij hun ouders blijven wonen, missen bovendien een belangrijk deel van hun sociaal emotionele ontwikkeling die cruciaal is voor jongeren in deze levensfase. Maar ook de ervaring dat je (deels) buiten het studentenleven staat kan een gevoel van isolatie en een lager zelfbeeld geven.” Tenslotte wijst De Bie erop dat het voor studenten een stuk moeilijker wordt om een uitgebreid netwerk op te bouwen als je thuis woont. Dit beperkt later de kansen op de arbeidsmarkt.
Een belangrijke reden van de toenemende krapte op de studentenhuisvestingsmarkt is het toenemend aantal internationale studenten. De Bie: “Het feit dat Nederland een groot tekort aan studentenhuisvesting heeft, werkt ook remmend op het binnenhalen van internationaal talent. Onze buurlanden kunnen deze huisvesting vaak wel garanderen waardoor Nederland een steeds slechtere concurrentiepositie krijgt.”
Krapte is toegenomen
Het afgelopen jaar is de krapte op de studentenhuisvestingsmarkt flink toegenomen, omdat het totale aanbod is afgenomen. Er werden ongeveer 5.000 studentenkamers bijgebouwd. Maar daar tegenover staat dat het aantal studenten dat in een particuliere huurwoning woont, het afgelopen jaar met 17.800 is afgenomen. Hierdoor krimpt het totaal aantal beschikbare kamers. Het aanbod in de negentien studiesteden wordt geschat op 322.400 studentenkamers. Daarmee ligt het aanbod naar schatting 13.500 wooneenheden lager dan in het collegejaar 2023-2024.
Het aantal verkopen van particuliere studentenkamers neemt nog steeds toe, ook in Zwolle en Almere. Daarmee lijkt de piek van de verkoop nog niet bereikt. Volgens het Kadaster zijn zowel de verscherpte regelgeving als de overdrachtsbelasting, de invoering van de opkoopbescherming, de invloed van onderdelen van de Wet betaalbare verhuur en de box 3-regels reden tot verkoop.
Foto: Wikimedia