Wat je leert op school, breng je tijdens een stage in de praktijk. Een goede plek is dus van groot belang. Deze zes studenten hebben de stage van hun dromen.
‘Ontzettend vet product’
Ties de Boer loopt stage bij een klein bedrijf dat busjes ombouwt tot vakantievoertuigen.

“De campers van Amstervan zijn gewild; als je er nu eentje wil kopen, sta je een jaar in de wachtrij. Zo’n camperbusje geeft een ultiem gevoel van vrijheid. In de komende zomervakantie mag ik er eentje lenen. Dus dan ga ik op pad met een bus waaraan ik zelf heb gewerkt! Ik zie me al staan in Scandinavië, ergens op een camping uitkijkend over een fjord. Ontzettend gaaf.”
Amstervan is een tweepersoonsbedrijf dat pas een jaar of drie bestaat. Ik ben de eerste stagiair. Het volledige productieproces zit in het hoofd van Tom, één van de eigenaren. En dat is waar ik me vooral mee bezig houd: het in kaart brengen en stroomlijnen van dat proces. Zodat ook nieuwe werknemers het ombouwen kunnen doen, zonder om de vijf minuten te hoeven vragen welke schroef waar moet. Ik heb bijvoorbeeld mallen gemaakt voor de vloer en de wanden van de bus, zodat je precies kunt zien waar de gaten geboord moeten worden en hoe groot ze moeten zijn.
Ik werk elke dag aan een ontzettend vet product waar ik zelf ook heel blij van word. En juist omdat dit nog zo’n klein bedrijf is, is dit zo’n vette stageplek. Mijn mening wordt serieus genomen en ik krijg van alle aspecten iets mee: inkoop, contacten met leveranciers, de financiën, marketing en het volledige productieproces. Ik zie mezelf hier wel werken na mijn afstuderen.”
‘Kersverse ouders bijstaan is zó mooi’
Noa Pals, student hbo-verpleegkunde, weet al heel lang dat ze op een kraamafdeling wil werken.
“Het is niet gebruikelijk dat een student op een specialistische afdeling zoals Verloskunde of de kinderafdeling mag stagelopen. En de plekken die er zijn, zijn erg gewild. Ik had al vijf ziekenhuizen gemaild en kreeg de ene na de andere afwijzing. Dus toen ik het bericht kreeg dat ik hier in het Flevoziekenhuis mijn stage kon doen, dacht ik echt: wow, fantastisch!

Ik vind het heel bijzonder om aanstaande of kersverse ouders bij te staan en te begeleiden bij het begin van een nieuw leven. Dat is zó mooi en waardevol.
Als stagiair op de afdeling Verloskunde was ik bezig met alles wat komt kijken bij de zorg voor een pasgeboren baby’tje: flesjes klaarmaken, ondersteunen bij de borstvoeding en het verschonen, noem maar op. Ik heb ook een aantal bevallingen en keizersneden meegemaakt. Daar kon ik niet zo veel doen, omdat je daar meer kennis voor in huis moet hebben, maar ik mocht bijvoorbeeld wel het baby’tje wassen en afdrogen.
Op school leer je alles vanuit de theorie. Dat is leuk en aardig, maar je werkt niet met echte patiënten waarmee je dingen moet doen. In de praktijk gaat het vaak net even anders. Je beweegt veel meer mee met de persoon die je voor je hebt. En hoe maak je goed contact met ouders en hun kinderen? Dat leer je niet uit het boekje.”
‘Ik ben geïnteresseerd in de persoon achter het delict’
Jimmy IJdo, derdejaars social work, werkt in tbs-kliniek Oostvaarders in Almere met patiënten met allerlei stoornissen.
“In het nieuws hoor je alleen over het delict dat iemand heeft gepleegd. Maar wat heeft ertoe geleid dat iemand zoiets doet? Veel mensen schrijven tbs-patiënten al snel af. Zo van: hij of zij verdient het niet om geholpen te worden. Maar ik ben ook geïnteresseerd in de persoon erachter en vind dat je bereid moet zijn om iedereen te helpen.

Hier op de crisisafdeling intensieve zorg zitten mensen met allerlei verschillende stoornissen: van autisme, schizofrenie en psychoses tot antisociale persoonlijkheidsstoornissen en niet-aangeboren hersenletsel. Alles waarover ik tijdens de opleiding leer, kom ik tegen in deze kliniek. Als stagiair doe ik wat een sociotherapeut doet, mensen begeleiden op een groep. We zorgen voor een vaste dagstructuur, dus we doen alledaagse dingen zoals samen ontbijten, tv kijken, spelletjes spelen of koken.
De bedoeling van de behandeling is dat het risico op recidive, herhaling van het delictgedrag, kleiner wordt. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Pieter Baan Centrum, waar alleen wordt geobserveerd en patiënten na zes weken weer vertrekken, gaan wij hier een langdurige relatie aan met de patiënt. Je ziet echt progressie en hoe iemand zich ontwikkelt binnen de kliniek. Je moet de hele dag alert en scherp zijn. Vertoont iemand raar gedrag of juist niet? We gaan veel met de patiënten in gesprek. Hoe gaat het met je, hoe voel je je? Het kan bijvoorbeeld zijn dat iemand net therapie heeft gehad en de emoties nog heel hoog zitten. Dan ben je een luisterend oor.
Ik leer hier heel veel. Observeren, rapporteren, de-escaleren, multidisciplinair werken en motiverende gespreksvoering bijvoorbeeld. En ik ervaar dat het vaak neerkomt op maatwerk. Ik kan wel motiverende gespreksvoering inzetten, maar als iemand autistisch is of een lager IQ heeft, dan komt dat niet binnen. Daar wordt uiteraard over vertelt tijdens de opleiding, maar om het in praktijk te brengen… dat is echt iets anders.”
‘De hele dag met bier bezig’
Bram Blankenvoort, derdejaars commerciële economie, loopt stage bij bierbrouwer Grolsch.
“Als ik ergens door een stad loop, dan ga ik zitten op het terras met een Grolsch-parasol. Grolsch is een

begrip, zeker in het Oosten van het land. Dat vind ik mooi, zo’n groot bedrijf dat ergens voor staat. Het is misschien wat cliché, maar ik vind het prachtig om de hele dag met bier bezig te zijn. Als je iets wilt verkopen, moet je er zelf ook van houden. Daar ben ik van overtuigd. Ik loop veel mee met accountmanagers die langs de horeca gaan. Dan gaat het over contracten, veranderingen in het assortiment, speciale acties, noem maar op. Of we proberen ons nieuwe speciaalbiertje Onderste Boven aan de man te brengen.
Het bier dat je schenkt is geen eenmalige aankoop zoals een wasmachine of laptop. Een horecaondernemer wil graag een betrouwbare partner die niet alleen de kranen vult, maar ook goed meedenkt en belangstelling toont in zijn of haar tent. Dan blijf je langer bij een bepaald biermerk. Wij moeten misschien wel maandelijks contact hebben om iemand als klant te behouden. Relaties zijn dus heel erg belangrijk. Dat vind ik zo leuk aan dit vak.”
‘Altijd al fan van deze winkel’
Elles de Jonge vond een stageplek waarin haar liefde voor haken en haar studie communicatie samenkomen: een online winkel voor breiers en hakers.

“Dit is voor mij echt de perfecte stageplek. Haken is echt mijn passie dus ik dacht: waarom doe ik mijn afstudeerstage niet bij Hobbii, waar ik altijd mijn garen koop? En nu zit ik hier in Kopenhagen, bij het bedrijf waar ik altijd al fan van was.
Een jaar geleden ben ik een haak-community gestart om mensen samen te brengen en enthousiast te maken. Inmiddels hebben we ongeveer veertig leden die om de week bij elkaar komen om samen te haken. Sommige mensen komen om het te leren, anderen zijn lekker bezig met hun eigen projecten. Het is altijd erg gezellig.
Bij Hobbii hou ik me bezig met de social media, ik ben zelf natuurlijk precies de doelgroep. Ik denk mee over onze nieuwe strategie voor TikTok, ik schrijf teksten voor posts en ik maak tutorials, bijvoorbeeld over hoe je een bepaalde steek maakt. We hebben veel volgers; het algemene Instagram-account van Hobbi heeft er bijna een half miljoen. Dus het is best bijzonder als ik mezelf daarop terugzie.
Kopenhagen is een leuke stad en de Deense cultuur ligt me wel, daarom ben ik van plan hier te blijven. Het liefst zou ik na mijn afstuderen bij Hobbii aan de slag gaan, ik zit hier helemaal op mijn plek.”
‘Ik mag naar Parijs’
Journalistiekstudent Indy Greven is bij magazine en game-website Power Unlimited de hele dag bezig met videospellen.

“Ik ben niet zo van de shooters waarin je iedereen neer moet knallen. Dat geeft mij te veel stress. Ik ben liever een personage in een role playing game. In sommige spellen heb ik honderden uren zitten, Baldur’s Gate 3 of Assassin’s Creed bijvoorbeeld. De Nintendo Switch steek je makkelijk in je tas, dus tegenwoordig speel ik vaak in de trein, onderweg van Zwolle naar mijn stageplek in Haarlem.
Ik leer hier enorm veel. Mijn stagebegeleiders geven veel bruikbare tips, bijvoorbeeld over hoe je moet schrijven. Het duurt toch even voordat je de schrijfstijl van Power Unlimited onder de knie hebt. Als je de artikelen die ik aan het begin van mijn stage maakte vergelijkt met hoe ik nu schrijf… ik ga echt met sprongen vooruit.
Binnenkort mag ik naar Parijs voor een tof game-event. Ik ga daar nieuwe spellen testen en er vervolgens een preview over schrijven. Spannend, want ik ga in mijn eentje, maar ook erg leuk!”
tekst: Wouter van Emst
foto’s: Herman Engbers
foto Elles: zelf aangeleverd