Wat is het verhaal achter jouw tatoeage? In die van Marvin Abma (23), derdejaars lerarenopleiding Biologie, komen zijn interesses en hobby’s samen. “Ik wil nog graag een kameleon, maar een mooie kost zo zeshonderd euro.”
“Mijn hobby is het bouwen van terrariums, voor dieren. Ik snijd het glas op maat en daarna kit ik het aan elkaar. De plantjes haal ik bij de Intratuin, daar heb je van die kleine met felgekleurde kleine blaadjes die goed tegen vocht kunnen. Ik heb bijvoorbeeld een terrarium gemaakt voor een luipaardgekko, met verschillende plateau’s zodat je een plekje kunt creëren dat wat warmer is of eentje met juist meer schaduw. En onlangs eentje voor een vriend van me, die vampierkrabbetjes heeft. Soms verkoop ik de terrariums, soms geef ik ze weg. Maar meestal maak ik de bak, als ‘ie af is, weer helemaal leeg en haal ik het glas uit elkaar. En dan bouw ik weer iets nieuws.
Gekko met wimpers
Ik heb zelf uiteraard ook allerlei dieren: gifkikkers, een rattenslang, een luipaardgekko, een rouwgekko, een wimpergekko, die heeft ook echt wimpertjes, en een aquarium met een aantal vissen. Rouwgekko’s zijn heel gaaf, die kunnen zich voortplanten zonder seks te hebben. Dus dan kijk je in de bak en dan heb je er weer een paar meer.
Ik wil nog graag een kameleon. Maar een heel mooie, die bijvoorbeeld felblauw of -rood kan worden, kost wel zeshonderd euro. Als student heb ik daar helaas het budget niet voor.

Vrouwenhoofd met slang
Mijn hobby en liefde voor de levende natuur zie je terug in mijn tatoeages. Op mijn rechterarm staan bijvoorbeeld een hart, een vis in een plastic zakje, een vrouwenhoofd met een slang, een menselijk torso en een plant in een vaasje.
Het ontwerp van het kikkertje onder een blad komt van mijn eerste eigen klas die ik had als invalsdocent. Ze vroegen of ze iets mochten tekenen en toen kwamen ze hiermee. Leuk, zei ik, die ga ik op mijn arm laten zetten!
Na mijn afstuderen wil ik graag biologiedocent worden, lesgeven vind ik echt leuk om te doen. Maar als het bouwen en verkopen van terrariums echt groot wordt, lijkt me dat eigenlijk nóg mooier.”
tekst: Wouter van Emst
foto: Herman Engbers