Voor je studie naar het buitenland? ‘Verdiep je in lokale gebruiken’

Elk jaar gaan meer dan zeshonderd studenten van Windesheim naar het buitenland voor een halfjaar studie, stage of een project. Bij de voorbereidingen komt van alles kijken. “Wie in 2025 naar het buitenland wil, moet zich nu al oriënteren.”

Japan, Georgië, Canada, Chili, Bangladesh, Gambia, Panama, Zuid-Korea: studenten zwerven uit naar alle hoeken van de wereld. Het grootste deel van hen blijft echter gewoon in Europa. Binnen ons eigen continent zijn vooral Spanje, Italië, Duitsland, Frankrijk en Scandinavië in trek. Eerst even wat cijfers. Dit studiejaar kozen 279 studenten voor een semester buitenlandstudie, oftewel ‘study abroad’, aan een van de vele partneruniversiteiten van Windesheim. 133 studenten gingen (of gaan) op stage buiten Nederland en 109 studenten volg(d)en een ‘blended intensive program’, een kort mobiliteitsprogramma met een verblijf in een ander land. Daarnaast is er nog een groep studenten die voor een project, excursie of Summer School naar het buitenland gaat. Ook is er de minor International Sustainable Development (ISD).

Begin op tijd

Het allerbelangrijkste van de voorbereidingen, benadrukt Daphne Kok van het International Office, is op tijd beginnen. “Voor studenten die in februari 2025 vertrekken voor een half jaar buitenlandstudie, is het nú al het moment om voorlichtingen bij te wonen en zich te oriënteren op de digitale wereldkaart met het overzicht van partneruniversiteiten.” Aanmelden en het doorgeven van voorkeursbestemmingen moet namelijk al vóór de zomer, studenten horen dan in september waar ze heen kunnen.

Daphne: “We krijgen nu soms nog mailtjes van studenten die na de zomer op buitenlandstudie willen. Tja, die zijn echt te laat.” Voor stages is die deadline overigens minder strikt, daarvoor kunnen studenten zich ook nog kort van tevoren melden bij hun opleiding. Al moet een aanvraag voor een beurs voor een niet-Europees land (2500 euro) wel drie maanden van tevoren binnen zijn. De ‘international coordinators’ binnen domeinen organiseren zelf voorlichtingsrondes voor studenten die in de oriëntatiefase zitten, daarnaast is er vanuit het International Office twee keer per jaar de Go Abroad Fair. “Daar geven we antwoord op algemene vragen zoals hoe gaat alles in z’n werk, waar moet ik aan denken, hoe moet ik mij registreren, welke beurs kan ik aanvragen?”

Cultuurverschillen

Windesheim vindt het belangrijk dat studenten zich verdiepen in het land en de cultuur waar ze heen gaan. Studenten die een semester op buitenlandstudie gaan moeten daarom de module WISE volgen, wat staat voor Windesheim Intercultural Skills Explorer. Daphne: “Daarbij draait het om interculturele competenties en welke vaardigheden moet de student gaan ontwikkelen? Studenten moeten in het land waar ze heen gaan bijvoorbeeld een interview doen met een ‘local’ over cultuurverschillen.”

“Ook binnen de minor International Sustainable Development wordt de nadruk gelegd op hoe studenten zich verhouden tot mensen uit andere culturen,” vertelt coördinator Peter Smid. Ieder half jaar gaan er vanuit de minor ISD ongeveer 60 studenten naar het buitenland om hun steentje bij te dragen aan een lokaal project, gericht op duurzaamheid. Bijvoorbeeld huizen bouwen van gerecycled plastic in een township in Zuid-Afrika of een zonne-energieproject voor huishoudens in Gambia.

Culturen leren duiden

 Studenten vertrekken niet zomaar, bij de minor ISD krijgen ze eerst een onderwijsprogramma van drie weken voorgeschoteld waarin (naast de module WISE) onderwerpen als antropologie, duurzaamheid en samenwerking aan bod komen. Peter: “Een student moet echt solliciteren voor een bepaald project, inclusief brief met cv en een aanbeveling van zijn of haar studiebegeleider.” Daarna leggen studenten contact met de groep die hen voorging zodat ze een beter beeld krijgen van het project en de omstandigheden.

“Ook schrijven ze een projectplan, waarin naast de sustainable development goals (SDG’s) ook de inner development goals aan bod komen,” vertelt Peter. “Hoe ga jij je ontwikkelen? Onze stelregel voor studenten is: eerst invoegen en dan pas toevoegen. We willen graag dat studenten andere culturen leren begrijpen. Dat ze zich afvragen: hoe komt het dat de vrouwen hier alles doen? Zonder daar meteen een oordeel over te vellen.”

Visa en inentingen

“Praktische zaken zoals een visum en inentingen (indien nodig) moeten studenten zelf regelen,” vertelt Daphne. Net als bepaalde specifieke documenten en huisvesting, al gebeurt dat vaak in samenwerking met de partneruniversiteit of stagebedrijf. Het International Office bewaart namens Windesheim het overzicht van wie waar zit. “Zelfs voor een korte excursie naar bijvoorbeeld Berlijn moet een student of medewerker zich registreren”, legt Daphne uit. “Zo kunnen we bij een eventuele calamiteit snel contact leggen.”

Vóór vertrek is er de ‘pre-departure meeting’, waar nog even de laatste dingen worden aangestipt. Daphne: “Dan hebben we het ook over veiligheid en verzekeringen. We raden studenten altijd aan om het nieuws goed in de gaten te houden en zich aan te melden voor de app van het ministerie van buitenlandse zaken die info geeft over calamiteiten en of het reisadvies voor een land, de zogeheten kleurcode, verandert.”

Met een drankje over straat

“Wij geven studenten ook heel praktische adviezen mee”, vertelt Peter. “Ga nooit naar demonstraties, want die kunnen uit de hand lopen. Zorg dat je goed verzekerd bent, koop geen vlees op de markt.” “En gedraag je naar de standaarden van het land”, vult Daphne aan. “Windesheim heeft bijvoorbeeld een samenwerking met een universiteit in de Verenigde Arabische Emiraten, daar gelden andere regels. Vrouwen moeten zich meer bedekken en met een drankje over straat lopen is niet gebruikelijk. Kortom, verdiep je in lokale gebruiken en ga respectvol om met de cultuur.”

Tekst: Wouter van Emst
Foto’s: Kim Scholte in ’t Hoff

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *