Judith van der Stelt: ‘Taaltoets is harde afrekening’

Vorige week ontving ik een appje van een collega die schreef: Ik vindt nog wel een gaatje in mijn agenda. Een half uur later sprak ik een studente die mij met tranen in haar ogen vertelde dat ze het onderdeel werkwoordspelling bij de taaltoets voor de vijfde keer niet had gehaald.

Hier klopt iets niet, dacht ik. Mijn collega maakt een joekel van een spelfout in zijn appje en als hogeschool trekken we een zuinig gezicht als onze studenten niet foutloos kunnen spellen.

Binnen het domein Almere krijgen nagenoeg alle studenten te maken met een verplichte taaltoets in het eerste jaar van hun opleiding. In negen van de tien gevallen gaat het om de taaltoets van Hogeschooltaal, waarbij vooral het onderdeel werkwoordspelling een struikelblok vormt. Een jaar of vijf geleden leek zo’n verplichte toets me nog een goed idee, maar inmiddels denk ik daar anders over.

Kunstje

De taaltoets voelt hoe langer hoe meer als een oefening in een kunstje dat de meeste Nederlanders al lang zijn verleerd.
Daar kun je van balen (en dat doe ik bij vlagen ook). Maar als alom bekend is dat het taalniveau in Nederland beroerd is (en het lager en middelbaar onderwijs daarin dus ook), dan kun je niet verwachten dat we die achterstand op het HBO wel even wegwerken met een verplichte toets.

Wat me ook zorgen baart, is de hoeveelheid stress die gepaard gaat met het eindeloos herkansen van de toets. Ik spreek regelmatig studenten die al hun vakken hebben gehaald, maar voor de taaltoets steeds geen voldoende halen.

Hoe vaker iemand zakt hoe meer stress. Daardoor vraag ik me wel eens af wat we nu eigenlijk aan het meten zijn: iemands taalvaardigheid of zijn stressbestendigheid?

Werkveld

Ik denk dat we ons de vraag moeten stellen hoe datgene wat we van onze studenten vragen zich verhoudt tot onze eigen taalvaardigheid en de taalvaardigheid binnen het werkveld.

Niet iedereen is een kei in werkwoordspelling, maar de meeste mensen kunnen hun vak ook prima uitoefenen zonder die kennis. Tegelijkertijd geldt dat wie het al te bont maakt met de werkwoordspelling niet professioneel overkomt.

Het lijkt me daarom een goede oplossing om wél aandacht te blijven besteden aan werkwoordspelling, maar in een andere vorm dan nu. Als meetinstrument kan de taaltoets prima bruikbaar blijven. En ook het oefenprogramma dat sommige studenten gebruiken juich ik van harte toe. Maar een harde afrekening voelt niet langer passend.

Judith van der Stelt is schrijfcoach en dyslexiespecialist bij het Studiesuccescentrum Almere

Er zijn 1 reacties op «Judith van der Stelt: ‘Taaltoets is harde afrekening’»

  1. Chris schreef:

    Het idee dat taalgebruik te maken heeft met hoe goed je hè werk doet, is sinds Cruyff toch achterhaald? Respect voor docenten die de jeugdtaal accepteren als een vernieuwing waardoor meer diversiteit in de taal mogelijk wordt. We zijn geen universiteit, maar een beroepsopleiding waar het gaat om goed werk en niet om talige reflecties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *