Wat moet Windesheim worden?

Windesheim heeft binnenkort een nieuw College van Bestuur, dat nieuwe lijnen kan uitzetten naar de toekomst. Maar hoe moet die toekomst eruit zien? WIN vroeg een aantal medewerkers om hun persoonlijke visie.

Geen digitale wildgroei

Wat ik aan het CVB zou willen meegeven heeft betrekking op de informatie die studenten en docenten krijgen over de digitalisering die op dit moment gaande is. Hierbij wordt er veel – besproken in bepaalde groepen maar is het voor alle studenten en docenten die hier niet bij betrokken zijn lastig om ook maar enige informatie te ontvangen, en dus ook lastig om hierop een geïnformeerd beeld te krijgen. Ik kan me voorstellen dat veel studenten en docenten, en hier hoor ik ook regelmatig signalen over, het niet als prettig ervaren om constant van platformen te wisselen. Voeg hierbij ook de wildgroei van platformen waarmee studenten en docenten moeten werken wat het nog eens minder overzichtelijk maakt. Deze factoren zullen een goede landing van de digitale campus als totaalpakket lastig maken, zeker qua acceptatie onder studenten en docenten. Dit alles heeft natuurlijk – niet alleen invloed op de digitale campus, maar op het onderwijs in zijn geheel.

Hessel Bultsma is student HBO-ICT Business IT and Management en student-lid van de Centrale Medenzeggenschapsraad

Iedereen waardevol

Mijn wens voor Windesheim is dat Diversiteit, Inclusie en Gelijkwaardigheid omarmde en doorleefde begrippen zijn in de hele organisatie, waardoor voelbaar is voor iedere medewerker en student dat iedereen en ieders perspectief waardevol is.

Asselien van Dijk is adviseur Diversiteit en Inclusie

Een platte organisatie

Ik hoop vooral dat er niet al te veel verandert. Geen revoluties, geen grote omwentelingen, gewoon kleine stapje voorwaarts. Ik doe mijn werk met plezier en zie collega’s om me heen voor wie hetzelfde geldt. Werkplezier houdt Windesheim draaiende. En wat wij, docenten, daarvoor nodig hebben, is heel simpel: genoeg tijd, genoeg ondersteuning en bovenal de vrijheid om zelf het onderwijs vorm te geven. Zo kunnen we een herkenbare opleiding neerzetten waar studenten persoonlijk gezien worden. Een ideaal College van Bestuur kiest voor dienend leiderschap. Zet een docent en studenten samen neer in een lokaal en kijk vervolgens wat er gebeurt. Creëer randvoorwaarden waarbinnen goed onderwijs kan plaatsvinden, maar bemoei je niet met de inhoud. Houd de organisatie zo ‘plat’ mogelijk: geen coördinatoren die andere coördinatoren coördineren, maar docenten en studenten die samen de ruimte krijgen om te leren.

krijgen om te leren. Een concrete actie die ik hogelijk zou waarderen is als de leden van het College van Bestuur ook af en toe zelf voor een groep studenten gaan staan voor een (gast)college. Het liefst zonder al te veel fanfare, gewoon een college tussendoor, bij een brede selectie aan opleidingen. Van techniek tot communicatie, verpleegkunde tot rechten. En vice versa zou het ook waardevol zijn als er op gezette tijden eens een student met het CvB mee zou mogen lopen voor een paar dagen.

Bas den Herder is docent bij journalistiek

Stel vooral veel vragen!

Ik geef het toe, ik bingewatch wel eens een serie op netflix. De eerste aflevering van een ziekenhuisserie begon met de komst van een nieuwe directeur. Hij stelde het personeel telkens de vraag: ‘Hoe kan ik jullie helpen om je werk beter doen?’ Ik hoop dat ons CvB, maar ook wij zelf hier een voorbeeld aan nemen. Ik mis in onze organisatie ‘vragen’ naar het perspectief van de ander. ‘Vragen’ vanuit bewondering voor de onderwijsprogramma’s van anderen, maar ook ‘vragen’ omdat we nieuwsgierig zijn naar de kritische blik van anderen op onze eigen ideeën. Deze kritische blik scherpt ons immers aan en daar wordt het onderwijs beter van. Ik luister graag naar bevlogen verhalen over succesvolle onderwijsinnovaties. Ik haak echter af wanneer de bevlogenheid over slaat in zendingsdrang. En als er geen wederzijdse nieuwsgierigheid blijkt te zijn en we gedwongen worden om te doen wat anderen goed vinden.
Straks, in 2026, hebben we vertrouwen in elkaars expertise en maken we er zelfs graag gebruik van. En omdat we intrinsiek gemotiveerd zijn tot samenwerking ter verbetering van de onderwijskwaliteit ligt de besliskracht diep in de organisatie. Oja, en ik pleit – vanaf vandaag – voor een dagelijkse boomplantdag, zodat we in 2026 in het bos werken en studeren.

Claudia Tempels is voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad

Meer vakbekwame docenten

In de nieuwe onderwijsvisie staat integraal leren en toetsen centraal. Het is een armoedig onderwijssysteem dat op gaat spelen omdat er niet genoeg goede vakdocenten meer in huis zijn. In de vijftien jaar dat ik op Windesheim werk, heb ik veel topdocenten zien verdwijnen en ik heb er maar bitter weinig terug zien komen. De tijd dat een student gegarandeerd een inhoudsdeskundige treft is al jaren voorbij. Om deze armoede te maskeren is de integrale onderwijsvisie bedacht. De student gaat samen met zijn medestudenten, het werkveld, en op gepaste afstand van de niet-wetende docent (coach) op zoek naar antwoorden.

Daarmee zijn we beland bij de tweede strategie die de inhoudscrisis moet camoufleren; de persoonlijke leerroutes. Dat klinkt hip, eigentijds maar dat studenten die vrijheid niet aankunnen en daar geen behoefte aan hebben is geen verrassing. We doen nog meer om de inhoudscrisis te camoufleren. We bieden studiebegeleiding op maat aan. Maar in werkelijkheid is de studiecoach gewoon diezelfde inhoudsarmoedige figuur die in zijn nieuwe rol als studentbegeleider de achterstanden van de student gaat psychologiseren. De student heeft last van studiestress, keuzestress, of een burn-out. De oplossing is simpel. Om weer een top hogeschool te worden is het cruciaal te investeren in vakbekwame docenten. Een top team valt en staat nu eenmaal met top spelers. En laat die topspelers zelf weer bepalen hoe ze hun modules gaan geven en op welke wijze ze die gaan toetsen. Dan heb je al die onderwijsvernieuwingsclubjes niet nodig. En als een student moeite heeft zijn of haar module te behalen, stuur hem dan naar de juiste vakdocent.

John ter Horst is docent bij Social Work

Niemand een uitzondering

Windesheim als inclusieve hogeschool. Het lijkt een open deur, maar daar zijn we nog lang niet. We zijn een diverse school qua mensen en ook zeker qua type studenten. Laten we ervoor gaan staan dat iedereen bij ons een studieroute kan volgen die past, in inhoud en in studietempo. Niet door die ene student te helpen dit mogelijk te maken, maar gewoon omdat het kan bij Windesheim! Laten we zorgen voor voldoende onderwijs dat op andere manieren kan worden gevolgd, of vanuit leeruitkomsten kan worden aangetoond. Zodat studenten die niet tot de norm behoren zich geen uitzondering hoeven te voelen. Studenten die een andere route volgen, hoeven op mijn ideale Windesheim geen toestemming meer te vragen. Zij worden juist gestimuleerd om hun eigen keuzes te maken die passen bij het eindpunt dat deze student voor ogen heeft.
En als we het dan toch over hebben over een inclusieve hogeschool, nog een kleine persoonlijke aanvulling vanuit mijn achtergrond als jurist: gebruik ook in de statuten de naam Hogeschool Windesheim in plaats van Christelijke Hogeschool Windesheim. Dan krijgt iedere nieuwe medewerker een neutrale arbeidsovereenkomst én laten we aan onze nieuwe collega’s zien en voelen dat we een inclusieve hogeschool zijn.

Yasemin Üzüm is Programmaleider Eigen leerroute

‘…alles is goed, niets is fout…’

We leven in het jaar 2026. Ans is nog onder ons. Een koude witte robot ontvangt de nieuwe studenten, ‘leerobjecten’, die aankomen via een zweefbrug vanaf het station. Zoekend naar warme helderheid ontvangen ze een koude afstandelijkheid. ‘Op Windesheim’ is het onderwijs of het samenkomen ingericht met vele variabelen. De student is gelukkig niet terecht gekomen in een doolhof aan regels, restricties en voorwaarden waarin staat wat allemaal niet kan, maar de student leeft en studeert in vrijheid. De student mag zelf bepalen wat en hoe hij zijn, of zij haar of het, of met welke combinatie dan ook, de studie inricht. Alles is losgelaten er zijn geen normen meer, zelfs niet flexibel. De norm dat ben jij en de studie; die is vrij. Leve het gemengd onderwijs. Niets is meer zo strak dat we hierdoor, ook docenten, in ademnood komen. De uitkomst van leren is het hoogste goed. De dreiging van chaos en tegenslag is verdwenen doordat alles goed is en niets fout, als je maar aantoont hoe je wat hebt gedaan’. Mijn wekker gaat. Het is zeven uur. Ik strompel naar de badkamer en bedenk dat het maandag 25 april 2022 is. Gelukkig. Over anderhalf uur gewoon lekker fysiek college. Heerlijk.

Klaas van der Kolk is docent recht bij de opleiding bedrijfskunde

Terug naar de praktijk

De onderwijsfilosoof John Dewey schreef eens: ‘Bijna iedereen heeft de gelegenheid gehad om terug te kijken op zijn schooltijd en zich af te vragen wat er is geworden van de kennis die hij geacht werd te vergaren gedurende zijn schooltijd (…). Degene die ervaart dat om vooruitgang te boeken, om intellectueel vooruit te gaan, het niet nodig is om veel van wat hij op school heeft geleerd af te moeten leren, mag zich inderdaad gelukkig prijzen.’ Veel studenten zullen over onze opleiding hetzelfde (gaan) denken. Dat komt doordat ons onderwijs vooral het resultaat is van veronderstellingen van docenten over wat studenten nodig hebben, zonder dat er in ons onderwijs zelf voldoende praktijken zijn om te kijken of die veronderstellingen wel kloppen. Dat heeft veel theoretisch onderwijs opgeleverd dat te veel is losgezongen van stage en beroepspraktijk. Er zou een herziening van onze curricula moeten plaatsvinden dat gericht op onderwijs vanuit authentieke beroepssituaties. Zo kunnen studenten en docenten een voortdurende dialoog voeren over wat nodig is en wat niet.

Bas van der Meijden is lerarenopleider geschiedenis

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *