’Ook voor zeer ervaren docenten kan het een openbaring zijn’

De Lesson Study Cyclus stimuleert docenten om anders naar een les te kijken. En daarbij vooral te letten op de leerlingen. Tijmen Schipper promoveerde onlangs op deze methode.

Laat ik beginnen met een jammerklacht. Docenten moeten zich tegenwoordig continu professionaliseren; er zijn allerlei methodes, visies, cursussen…
‘…En daar worden ze vaak heel enthousiast van. Maar waar het mis gaat is de vertaalslag naar het éigen onderwijs. Daar stokt het proces. Als je wilt dat datgene wat mensen leren écht beklijft dan moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan: het geleerde moet aansluiten bij de dagelijkse praktijk; je moet het doen samen met collega’s; het moet gaan om actief leren, dus niet achterovergeleund luisteren, zogezegd; het moet aansluiten bij je eigen visie op onderwijs én je moet er langere tijd mee bezig zijn.’

En dat gebeurt bij Lesson Study wél?
‘Ja. Bij een Lesson Study Cyclus zijn het de docenten die het doen, met hun eigen lessen, in hun eigen omgeving.’

Hoe werkt dat precies?
‘Een team van drie tot zes docenten doorloopt een cyclus bedoeld om het leren van leerlingen of studenten te verbeteren. Gericht op een specifiek doel ontwerpen ze gezamenlijk, aan de hand van hun ervaring, best practices en de literatuur een ‘onderzoeksles’, die vervolgens door een van hen wordt uitgevoerd. De anderen zijn daarbij in de klas aanwezig en letten dan op bepaalde leerlingen of bepaalde aspecten van de groep. Deze waarnemingen worden aangevuld met de uitkomsten van vragenlijsten en interviews met een beperkt aantal van te voren geselecteerde ‘voorbeeldstudenten’. Op basis van al die informatie wordt de les bijgesteld. De docenten kunnen worden bijgestaan door een procesbegeleider. Die kan voor verdieping zorgen: waaróm kiezen jullie voor deze les? Wat gaat daar mis? Wat zijn jullie doelen? Daarna maken de docenten zélf uit wie de verbeterde les gaat geven.’

Het gaat dus niet om zien hoe een docent lesgeeft…
‘Nee. De anderen letten tijdens die les niet echt op hem of haar, maar veel meer op de leerlingen. Hoe gedragen dié zich? Hoe wordt het leren zichtbaar?’

En het resultaat is een verbeterde les?
‘Dat is een misverstand, dat Lesson Study gericht is op het verbeteren van afzonderlijke lessen. Dat je na zo’n cyclus een hele goede, kant-en-klare les overhoudt. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat docenten leren om ánders te kijken naar hun lessen en vooral naar hun leerlingen. Ook voor leraren die al heel wat jaren meelopen kan het een openbaring zijn. Ik hoor wel eens: “Ik heb echt zó veel gezien waar ik me niet bewust van was!” Er gaat een wereld voor ze open.’

‘Wat ook belangrijk is, is dat docenten vertrouwd raken met het gebruik van onderzoek om hun lessen en handelen te verbeteren. Maar misschien wel het belangrijkste is dat docenten uit hun isolement komen. Want dat ervaren ze toch vaak zo, dat ze er, als het om lesgeven zélf gaat, alleen voor staan. Lesson Study moet ervoor zorgen dat ze de deur opengooien: kom eens bij mij kijken! Dat docenten elkaars lessen en leerlingen observeren – overigens zonder dat dat nu gelijk in de structuur van Lesson Study moet passen. En dan zou het natuurlijk mooi zijn als de gesprekken binnen teams daarna niet alleen gaan over de roosters, en de vakanties, maar ook méér over het onderwijs zelf.’

Maar ik kan me voorstellen dat niet elke docent staat te springen…
‘Wat je wel eens ziet is dat schoolleiders heel enthousiast worden over Lesson Study, er dan liefst zo snel mogelijk mee willen beginnen – en het dan van boven af gaan opleggen: “Die docent, die opleiding, laten we daar beginnen.” Maar dat is de verkeerde aanpak. Dan wordt het al snel ervaren als de zoveelste opgelegde maatregel. Je moet als schoolleider héél duidelijk maken dat  het géén methode is om bepaalde docenten op de korrel te nemen en dat Lesson Study volkomen los staat van de gebruikelijke beoordelingscyclus. Je moet eerst goed uitleggen waar het om gaat, een duurzaam leerproces, en dan docenten uitnodigen om hieraan deel te nemen.’

Waar komt dit idee vandaan?
‘Uit Japan. En het liefst zou ik zien dat Lesson Study ingebed wordt in de cultuur van het onderwijs, zoals dat in Japan al het geval is. Daar maakt Lesson Study een vast onderdeel uit van het werk van de docent bij alle onderwijsvormen, van de kleuterklas tot de universiteit. Onderwijsinstellingen organiseren grote bijeenkomst waarbij álle docenten aanwezig zijn en waarbij dan twee, drie uur lang – ik was als gast aanwezig, het is een hele zit – één enkele les heel minutieus wordt geanalyseerd. Dat gaat voor de Nederlandse context wat te ver, maar die inzet en overgave om het goed te doen, typisch Japans, is wel iets waar wij in Nederland van kunnen leren. Het gaat nog verder. Er zijn daar hoogleraren die geregeld uitgenodigd worden om als ‘knowledgeable other’ een reflectie te geven op de onderzoeksles die binnen de Lesson Study-cyclus centraal stond. Hier ontlenen deze hoogleraren voor een deel hun nationale status aan. Dat is hier ondenkbaar. Nederlandse hoogleraren worden vaak op andere output afgerekend.’

En hoe zit het met de Lesson Study op Windesheim?
‘We draaien nu een aantal pilots bij de lerarenopleidingen – de meest geëigende plek om te starten, denk ik zo omdat je als lerarenopleider aanstaande docenten al vroeg ervaring kunt laten opdoen met vormen van teamleren, zoals Lesson Study. Maar ik zou het ook graag Windesheimbreed aanpakken. Tijdens de Onderwijsdag heb ik een workshop over Lesson Study als professionaliseringsvorm in het hoger onderwijs gegeven en ik merkte dat veel docenten uit andere domeinen het ook heel interessant vonden.’

Tijmen Schipper promoveerde op 7 november 2019 in Groningen, op het proefschrift Teacher Professional Learning through Lesson Study. Hij is verbonden aan het Lectoraat betekenisvolle en inclusieve leeromgevingen.

Tekst: Marcel Hulspas
Illustratie: Gilles Tijmes

Lesson Study NL
Onderwijsinstellingen die met Lesson Study bezig zijn in de praktijk en daar onderzoek naar doen zijn aangesloten bij het consortium Lesson Study NL. Hiertoe behoren de universiteiten van Groningen, Twente en Utrecht, de Vrije Universiteit, , de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, hogeschool Utrecht en Windesheim.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *