‘We moeten het vak in deze regio aantrekkelijk maken’

Voor de tweede maal in korte tijd gaan docenten de straat op. Het water staat ze tot aan de lippen. Maar gaat meer geld helpen? Hogeschoolhoofddocent van de opleiding Educatie Helprich ten Heuw ziet voor Almere een bijzondere uitdaging.

Je bent sinds kort hogeschoolhoofddocent hier in Almere. Is de problematiek hier anders dan elders?
‘De nood is hoog in de vier grote steden én in Almere! Dat zijn de plaatsen waar serieus nagedacht wordt over een vier-daagse schoolweek, of over kinderen een jaar later naar de basisschool laten gaan. Wat hier in Almere vooral speelt, is dat de uitstroom zo hoog is. Leraren vertrekken. Dat heeft te maken met het feit dat dit toch een pioniersgemeente is. Veel leraren kiezen ervoor om te verhuizen naar regio’s waar hun familie zit, waar de huisvesting goedkoper is – en waar de klassen niet zo veeleisend zijn.’

Dat zorgt voor extra werkdruk voor onderwijzers?
‘Lesgeven in deze regio is gewoon pittig. We hebben hier relatief veel eenoudergezinnen, een grote culturele en etnische diversiteit, en de ouders hier zijn een stuk pittiger dan in het Oosten, bijvoorbeeld in Zwolle. Wat in Zwolle een ‘probleemklas’ heet, nou, dat is hier niet echt een uitzondering.’

Dat moet voor docenten vers van de PABO niet makkelijk zijn.
Je ziet dat ook veel studenten, nadat ze hier de Pabo hebben afgerond, de regio verlaten. Een belangrijke reden is dat de huizenprijzen hier zo hoog zijn. En omdat het onderwijs hier pittig is. Ze lopen wel stage in de regio – dat moet – maar daarna kijken ze al snel verder. En dat is natuurlijk erg jammer. Daarom werken we hard aan een duurzame relatie tussen de opleiding, de studenten en de scholen in de regio. We willen dat de studenten goed kennis maken met de scholen zodat ze vertrouwd zijn met de problematiek, en niet “vluchten” maar blijven. Dat vereist een goede begeleiding vanuit de opleiding – maar ook een goede begeleiding vanuit de scholen. We werken daarom alleen met officiële opleidingsscholen die een ‘starterscoach’ hebben die de startende leerkrachten kan begeleiden. Leerkrachten uit de regio kunnen bij ons een cursus staterscoach volgen.’

Is een hoger salaris de oplossing?
‘Een deel van de oplossing. Ik zei al, Almere is een dure stad. Maar het lost niet alle problemen op.

Arjen Lubach stelde in zijn programma dat de instroom van jongens gedaald is omdat jongens geen zin hebben om in een kleutergroep stage te lopen.
‘Dat is zeker niet het hele verhaal maar het speelt wel mee. Dan kunnen we de opleiding misschien aantrekkelijker en uitdagender maken door het moment waarop studenten een bepaalde richting kiezen naar vóren te halen, van het derde naar het tweede jaar. Zodat studenten geen (voor hen) oninteressante stages hoeven te lopen. Andere struikelblokken zijn de reken- en taaltoets, en de verplichte DMW-toelatingstoets die in 2014 werd ingevoerd. Ik verwacht dat de minister die laatste toets binnenkort zal schrappen.’

En dan…
‘Je weet niet of dat iets zal uitmaken. De halvering van het collegegeld heeft ook weinig effect gehad. We zetten ook in op deeltijd en zij-instroom. Dat levert gelukkig veel studenten op. Maar we willen ook een hogere instroom in onze voltijdopleiding.’

En welke aanpak ligt, volgens jou, het meest voor de hand?
‘Ik denk dat we, vooral in deze regio, er hard aan moeten werken om het vak aantrekkelijker te maken. We moeten laten zien hoe gaaf de opleiding en het beroep van leerkracht is! Dat betekent ook dat we de opleiding voortdurend moeten vernieuwen. Meer praktijk, meer flexibiliteit. En een goede samenwerking met de scholen. Gelukkig zit dat laatste wel goed.’

Nu wéér de straat op – en als het niets uithaalt, dan hardere acties?
‘Ik hoor regelmatig de roep om harder actie. De stemming onder leerkrachten is er toch een van: één dag staken, wat haalt dat uit? Maar ik zie in de praktijk in Almere en Lelystad dat het onderwijs te verdeeld is om tot hardere, gezamenlijke acties te komen.’

Tekst: Marcel Hulspas

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *