Heel ver weg jezelf tegenkomen

De minor International Sustainable development (ISD) biedt projecten aan in het buitenland. Een unieke kans om een andere cultuur te leren kennen en veel te leren – ook over onze eigen westerse cultuur.

Het gaat om méér dan onderwijs, benadrukt Gerrieta Muis, docent bij social work en coördinator van de minor ISD: ‘Het gaat om persoonlijke én professionele ontwikkeling. Je leert om na te denken over jezelf maar je leert ook hoe je om moet gaan met aspecten van andere culturen.’ Haar collega Frieda van Brug, tegen cultureel antropoloog, legt uit wat dat kan betekenen: ‘Het is inspirerend om een vreemde te zijn in een totaal andere cultuur. Om te voelen hoe je gewoontes en zekerheden op allerlei manieren aan het “wankelen” wordt gebracht. Zo leer je jezelf kennen. En je ontdekt dat er andere manieren zijn om dingen te beoordelen, om zaken aan te pakken. En dat je in zo’n andere cultuur andere dingen moet doen om mensen te motiveren, mee te krijgen.’ Maar, zo voegt ze eraan toe: Dat kan ook heel frustrerend zijn.’ Goede begeleiding is dus belangrijk. En de studenten moeten elkaar kunnen steunen. De organisatie van de stages verschilt per land. Van Brug: ‘In de meeste gevallen worden de studenten begeleid door lokale opdrachtgevers en is er daarnaast regelmatig skype-contact met de docenten hier.’ In Oeganda gaat dat anders, daar werken de studenten in tweetallen en is er een keer per maand een bijeenkomst met een begeleider/psycholoog in de hoofdstad Kampala. In Vietnam krijgt elke student weer een tolk toegewezen, een Vietnamese student.’ De groepsgrootte verschilt sterk. Van Brug is niet echt een voorstander van grote groepen: ‘wanneer studenten in grote groepen vertrekken, kunnen ze blijven hangen in hun eigen bubble en dat staat écht contact met de lokale collega’s, buren, vrienden, in de weg.’

Die ‘onderdompeling’ verloopt meestal niet rimpelloos. Gerrieta Muis: ‘Vooral de eerste weken hebben veel studenten het gevoel “wat doe ik hier?” Maar de meesten vinden daarna wel hun draai, en weten zich goed aan te passen.’ Van Brug: ‘Tijdens de voorbereiding ligt de nadruk op wat je moet doen, welke cultuurverschillen je tegen kunt komen et cetera. Maar wat je dan ziet is dat studenten, wanneer ze eenmaal daar zijn aangekomen, alles binnen de kortste keren lijken te zijn vergeten. De ervaring, die confrontatie, kan alles, ook eerder opgedane kennis, aan het wankelen brengen.’

Er zijn studenten die nog het traditionele idee koesteren dat ze de mensen daar moeten “helpen”. Van Brug: ‘Dat proberen we hen zoveel mogelijk uit het hoofd te praten. Studenten moeten zich vooraf bewust zijn van het feit dat ze meer komen halen, aan kennis, indrukken en ervaringen, dan dat ze daadwerkelijk achterlaten. Daarvoor zijn ze er simpelweg te kort. Uitwisseling is het doel, niet het teweegbrengen van veranderingen of, erger, verbeteringen.’ En omgekeerd kunnen rauwe ervaringen vooroordelen versterken. Daarom organiseert de minor ook bijeenkomsten na afloop van de stage. Muis: ‘Die ervaringen kunnen leiden tot allerlei stereotyperingen: die mensen zijn niet netjes, ze zijn niet aardig, ze zijn lui… Dat soort indrukken willen we na afloop en bij thuiskomst in context plaatsen.’ (MH)

ISD: een uitdaging aangaan met jezelf

De minoren van ISD staan open voor álle Windesheimstudenten. Ze starten in februari en september.

Deelnemers zijn vooral vierdejaarsstudenten en soms ook derdejaars. Wie mee wil, moet minimaal een half jaar van tevoren beginnen zich te oriënteren. Vóór vertrek worden de ISD-studenten gedurende een paar weken stevig voorbereid op hun verblijf. Je moet een fikse uitdaging met jezelf aankunnen.

ISD heeft momenteel projecten aan in Zuid-Afrika, Zambia, Gambia, Suriname, Bali, Vietnam, Uganda en Cambodja. De projecten hebben vaak een zorg-, medische- of onderwijsinstelling als basis. Er zijn ook projecten op gebied van duurzaamheid, economie, media, techniek en ict. Je werkt samen met andere Windesheimstudenten, in projecten die aansluiten bij jouw studie. Daarnaast krijg je te maken met opdrachtgevers van overheid, kerk en non-gouvernementele organisaties. Vaak wordt ook samengewerkt met de plaatselijke universiteiten of hogescholen. Voor elk land is een coördinator, die je alles kan vertellen over de projecten. (EM)


‘Je leert geduld en respect hebben’

Tamara de Vries (22) is net afgestudeerd aan de uitstroomopleiding sph (nu: social work). Vorig jaar verbleef ze samen met acht andere Windesheimstudenten in Uganda.

‘Vanaf de havo wilde ik al naar Afrika om vrijwilligerswerk te doen. In het derde jaar van sph kreeg ik de mogelijkheid om naar Uganda te gaan. Dat was voor mij een droom die uit kwam. Je leert daar hoe het is om in een andere cultuur te wonen en te leven. Hier in Nederland is het een ‘ik-cultuur’ en in Uganda is het meer een ‘wij-cultuur’. Mensen staan altijd voor elkaar klaar en ze leven er ook veel meer met de dag. Op tijd komen voor een afspraak is hier heel belangrijk maar daar bijvoorbeeld niet. Je leert geduld en respect hebben voor de cultuur die mensen zelf graag willen behouden.

Samen met een andere student had ik een simpele kamer, met twee bedden. Primitief was het wel. De anderen sliepen bij gastgezinnen. Het onderwijsprogramma was prettig. We hadden genoeg mensen om op terug te vallen, maar ik hoefde daar gelukkig nooit gebruik van te maken. Mijn medestudent helaas wel, zij werd een keer beroofd.’

Toen ik weer terugkwam was dat wennen. In Uganda is water schaars dus heb ik mezelf aangeleerd om daar zuinig mee om te gaan. Douchen is grote waterverspilling. Ook heb ik geleerd om meer los te laten. Ik was zelf erg van het plannen en stipt op tijd komen. Als een anders zich niet aan afspraken hield of op tijd kwam kon ik mezelf wel opvreten. Nu heb ik dat losgelaten.’ (RvA)


‘In Nederland moeten ze niet zeuren!’

Imke Platenkamp (22) studeert Toegepaste Gerontologie. Vorig jaar verbleef ze vier maanden in Vietnam.

 ‘Ik wilde eerst naar Zuid-Afrika maar die reis ging niet door; het was te gevaarlijk. Een andere Afrikaanse optie was om naar Uganda te gaan maar ik werk dus veel met ouderen en in Uganda zijn de mensen niet zo oud. Dus is het Azië geworden.’

‘Het was een 24/7 stage. Je leert jezelf en de mensen om je heen echt goed kennen. De groep bestond uit zeven studenten. Wij zaten bij een socialworkcentrum in het binnenland en hadden daar ook onze eigen kamer. Vietnam is van oorsprong communistisch en dat heeft nog steeds impact op de bevolking. De mensen zijn gewend dat keuzes voor hen gemaakt worden. De zorg is daardoor heel anders: ze lopen daar twintig jaar achter op ons – als het niet meer is. Hoe langer je daar bent, hoe meer je denkt: in Nederland moeten ze niet zeuren! Maar Vietnam is zeker een aanrader om naartoe te gaan. Het is hard werken maar je hebt er ook heel veel plezier.’ (RvA)


Nu ook: Cambodja

Studenten kunnen vanaf dit jaar ook naar Cambodja. Coördinerend docent John ter Horst van Social Work is momenteel in Choeung Ek (bij Phnom Penh) met een groep studenten van sociaal werk, educatie en IPO.

Ze helpen de non-gouvernementele organisatie Cambodian Living and Temporary Care (COLT), die onderwijs, opvang en medische zorg biedt aan kinderen die niet naar een gewone school kunnen. Een oud opvanghuis wordt omgebouwd voor ‘community care’ en sociaal ondernemerschap. Ter Horst: ‘Het is een echt gemeenschapscentrum geworden met een bibliotheek, voetbalveld en kunstklas. Wij gaan de dorpen in om samen met de bewoners plannen te maken om de leefomstandigheden te verbeteren.’

De hulp is hard nodig want Choeung Ek stemt bepaald niet vrolijk: ‘Hier liggen de ‘Killing Fields’, de boomgaarden waar in de tijd van de Rode Khmers meer dan 17.000 mensen werden afgeslacht. In de Choeung Ek regio is veel misère. Een lichtpuntje is het Precious Plastic project, aangezwengeld door Ter Horst en IPO-student Arnold Hubach. Arnold zag de grote hopen plastic afval in de dorpen en vroeg zich af die niet gerecycled konden worden tot bruikbare materialen. Ter Horst: ‘We bedachten uiteindelijk een grote opruimactie waaraan de dorpsbewoners meehelpen. Wat we van het gerecyled plastic kunnen maken staat symbool voor de nieuwe voortuitgang. Het zou heel gaaf zijn als meer Windesheim studenten aan dit project gaan meedoen!’ (EM)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *