‘Hier weten ze wat je wél kan’

Na maanden hard werken, kan ineens de twijfel toeslaan. Vier bange vragen – en de verhalen daarachter.

‘Is dit wat ik wil doen?’

‘Ik dacht dat ik met Journalistiek een studie had gevonden die echt bij mij past. Ik hou van schrijven en dacht mijn creativiteit kwijt te kunnen. Op de opleiding was er echter weinig vrijheid, het moest heel erg binnen de lijntjes. Ik merkte dat ik daar telkens op vastliep en daardoor nam mijn interesse voor de andere vakken ook af. Ik begon te denken: ‘Wat heb ik hieraan? Is dit wel wat ik wil gaan doen?’ Punten halen voor de vakken en dingen schrijven waar je je ei niet in kwijt kunt, zo voelde de studie voor mij.

‘Ik ben vlak voor de dag dat je het collegegeld nog terug kan krijgen naar het Studiesuccescentrum gegaan. Ik kwam daar terecht via mijn SB’er. Bij het centrum ben ik in gesprek gegaan met een studieloopbaancoach. We bespraken welke stappen ik zou kunnen ondernemen. Je krijgt niet zozeer een antwoord, maar je krijgt alle opties op een rijtje. Na dat gesprek was het wel duidelijk dat de lerarenopleiding Geschiedenis beter voor mij zou zijn. Dat wilde ik eigenlijk gelijk na de middelbare gaan al doen,  maar daar zeiden ze dat het niks voor mij was. Toen heb ik dat aan de kant geschoven. Ik zit inmiddels in het tweede jaar en ik vind het nog steeds leuk.’

Daisy Herder
tweedejaars lerarenopleiding geschiedenis

Tip van Daisy:
‘Ga praten met ouderejaars. Zij kunnen inzicht geven in hoe de rest van de studie gaat zijn. Ga desnoods een dagje met ze meelopen, zo krijg je het beste beeld van de rest van de studie.’

‘Kan ik dit wel aan?’

‘Het mbo was voor mij eigenlijk twee vingers in de neus, je hoeft daar niet zo heel veel te doen. Maar waar je daar drie jaar over doet, krijg je hier in zeven weken. Dat was een grote omschakeling. Het mbo is ook heel erg praktisch; hbo is veel theoretischer. Ik heb ook nog eens dyslexie, dat maakte het ook niet makkelijker.’

‘Ik was heel erg onzeker toen ik naar het hbo ging. Ik had niet het idee dat ik het niveau aankon. Ik wist ook nooit wanneer het goed genoeg was. Ik ging heel veel doen, heel veel leren, vaak meer dan nodig. Dat komt deels omdat ze op de basisschool tegen mij zeiden dat ik niet goed kon. De nadruk lag op wat je niet kan, niet op wat je wel kan. Hier is dat gelukkig anders. Op Windesheim kijken mensen naar wat je juist wél kan.’

‘Je merkt dat de mbo’ers vaak moeite hebben met de stap, vooral met het leren. Het hbo is meer ingericht op havo-studenten dan mensen van het mbo. Wij hebben op het mbo niet eens voorlichting gehad over doorstromen naar het hbo.’

Ik heb mijn problemen opgelost door heel veel met mijn mentor te zitten. Ik had een goede mentor en ik vind sowieso dat de docenten hier heel erg betrokken zijn bij hun studenten. Ze leven met je mee. Dat praten met mijn mentor hielp. Ik ben ook nog naar het Studiesuccescentrum geweest om een cursus mindmappen te volgen. Nu gebruik ik de trucjes die ze mij daar leerden niet meer, maar in die tijd heb ik er veel aan gehad.’

Rosan van Pijkeren
vierdejaars human resource management

Tip van Rosan:
‘Schaam je er niet voor en blijf er niet te lang meer rond lopen. Je bent niet de enige, iedereen loopt wel ergens tegen aan. Ga gewoon naar iemand toe die je vertrouwt en bespreek het. Er zijn zoveel mensen die je daar bij willen helpen.’

‘Is dit nou alles?’

‘Ik dacht veel na over wat ik wilde gaan doen met mijn leven. In het eerste jaar dacht ik soms wel van ‘is dit het nou?’. Je leert in de les wel interessante dingen, maar ik miste net dat beetje extra. Ik voelde zelf heel erg de behoefte aan juist iets extra’s naast de reguliere lessen. Dingen in een breder perspectief zien, dat is wat ik wilde. Mijn studie is heel technisch, je leert problemen vanuit een technisch perspectief te bekijken. Je hebt echter ook heel veel problemen waarbij een technische oplossing zeker niet de beste is. Op een gegeven moment in mijn eerste jaar kreeg ik een mail van het Honours Program, een programma voor studenten die wat breder willen kijken. Gastcolleges, extra opdrachten, dat soort dingen. Ik meldde er me voor aan zonder echt te weten waar het over ging, het algehele doel van dat programma sprak me gewoon aan.

Ik ben nu, enkele jaren verder, nog altijd te spreken over het Honours Program. Wat ik er zo mooi aan vindt is dat je in grote mate zelf kan bepalen waar het over gaat. Het komt trouwens elitairder over dan het daadwerkelijk is, het valt echt mee. Er zijn wel eisen aan deelname: je moet je propedeuse in het eerste jaar gehaald hebben en je gemiddelde cijfer moet goed zijn.

Tom Kooiman
vierdejaars werktuigbouwkunde

Tip van Tom:
‘Kijk naar het Honours Program. Durf het te doen. Denk vooral niet dat het niks voor jou is of dat ze je niet aannemen.’

‘Toen liep ik wéér vertraging op…’

‘Ik heb dus reuma, dat heeft veel invloed gehad op mijn studie. In het eerste jaar kreeg ik al klachten, in het tweede jaar kreeg ik de diagnose. Door mijn reuma heb ik heel veel studievertraging opgelopen. Dat is een blijvend probleem. De invloed van de reuma is er altijd. Ik moet goed op mezelf letten. In het begin lukte dat niet, ik had ook nog geen medicatie. Ik kon toen ook niet naar school. Even later overleed mijn vader – Dat is heel erg rot natuurlijk. Als ik gestrest ben of ik voel me rot dan wordt de reuma erger, dus je kunt je voorstellen dat het toen vrij erg was. Toen liep ik weer vertraging op en begon het proces weer opnieuw. Ze hebben op Windesheim wel veel compassie. Ze gaven mij veel flexibiliteit.’

‘Ik ging niet heel veel school omdat ik heel veel pijn had. Als ik geen medicatie heb dan is mijn leven eigenlijk niks waard. Dat klinkt heel dramatisch, maar het is wel zo. Als je heel veel pijn hebt is het een en al drama, ook liggen en slapen doet pijn. Ik kon me als ik dan op school was ook niet echt concentreren. Toen heb ik mijzelf de vraag gesteld of ik door moet gaan of dat ik vakken moet laten vallen. Ik heb gekozen voor dat laatste. De vakken met groepsprojecten ben ik blijven doen. Mijn medestudenten weten wat er aan de hand is en dan kom je er samen doorheen.

Juliette Korstanje
vierdejaars global project & change management

Tip van Juliette:
‘Hoe moeilijk het ook is, al doe je het via de mail, praat erover. Dat is echt superbelangrijk. Als je het communiceert en school weet er van, dan zijn ze veel meer geneigd om je te helpen. Ze kunnen je deadlines opschuiven, of rekening houden met studiepunten. Als je goed communiceert heb je meer ruimte.’

‘Bij de Balie kom je echt verder’

Magda Loghorst is studentendecaan binnen het domein BMR en het WHC.

‘Het vinden van een oplossing is altijd maatwerk. Er is niet één vaste oplossing voor elk probleem. Wat is er precies aan de hand en wat is de kern van het probleem? Samen met de student proberen wij goed te analyseren waar de problemen nou precies liggen. Eerst gebeurt dit bij de balie, van daaruit wordt de volgende stap gezet.

Doe daar je verhaal en zij kunnen jou dan verwijzen naar de juiste persoon of instantie. Bij de balie kom je echt wel verder. We kunnen de overstap naar een andere studie versoepelen of de gehaalde punten ergens anders inzetten. Bij Windesheim proberen we studenten altijd binnenboord te houden.’

Tekst: Wouter Luijken
Illustratie: Judy Ballast

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *