Onderwijsfestival: De boodschap van Ionica Smeets is ‘vooral veel stelen!’

Leidens trots, ‘wiskunde-meisje’ Ionica Smeets, opende het Onderwijsfestival met nuttige tips voor docenten die eens wat anders willen doen.

Ze was buiten haar comfort zone, moest ze bekennen, daar op de catwalk van Windesheim. Maar dat kwam eigenlijk wel goed uit want ze wilde de verzamelde docenten nu juist een duwtje in de rug geven, om óók hun comfort zone te verlaten. Niet steeds weer hetzelfde voorbeeld en dezelfde aanpak. Doe eens wat anders! En de voorbeelden die ze daarbij presenteerde kwamen, hoe kan het anders, uit de wiskunde.

Ze opende met een verhaaltje over Simpson’s paradox. Een inmiddels klassieke paradox waar ze graag over vertelt, en ze ook steeds naar nieuwe voorbeelden. Het komt erop neer dat een bewering op onderdelen van een onderzoek ‘waar’ kan zijn, maar wanneer je alle cijfers bij elkaar legt ‘niet waar’ blijkt te zijn. Voorbeelden zijn overal te vinden, waar statistiek opduikt. Een van de meer recent ontdekte voorbeelden is een onderzoek waaruit bleek dat mensen die mét een zwemvest te water raken minder kans hebben op overleven dan mensen die zónder zwemvest in het water vallen. De onderzoekers liegen niet – het punt is alleen dat de weersomstandigheden bij beide groepen drenkelingen sterk verschillen. Als ze zoiets hoort, kan ze weer jaren voort. Haar tip: zoek steeds naar andere invalshoeken, dat houdt het ook leuk voor jou.

Haar tweede voorbeeld betrof het spel NIKM, waarbij twee kandidaten om de beurt in een lange rij van ballonnen (tien, twintig, meer mag ook) een aantal ballonnen mogen lekprikken: een, twee of drie. Wie het laatste prikt, heeft verloren. Wie NIM speelt, ontdekt al snel dat de persoon die steeds als tweede prikt, altijd wint. Ionica vertelde over de vele manieren waarop je dat spel kunt spelen. Zij ronselde twaalf docent voor op de catwalk die ballonnen moesten vasthouden maar het kan ook met snoepjes of hete pepers. (De verliezer moet die dan opeten.) Lucifers kan ook. Zolang de spelers maar getergd worden door de vraag: hoe kan dat nou?

Ze is dus altijd op zoek naar mooie voorbeelden om wiskunde over te dragen. Ze bewondert collega’s Marcus du Soto (de bedenker van de hete-peper-versie van NIM) en Cedric Vilany (nu in het kabinet van Macron). De laatste gaf ooit een lezing over wiskunde getiteld ‘vleermuizen’ en vertelde van alles over deze beesten zonder ook maar een moment van zijn onderwerp (wiskunde) te wijken. Zelf vond ze een pracht van een voorbeeld van toegepaste wiskunde in het Van Gogh Museum, waar een wiskundige de spil bleek te zijn van een onderzoek naar het oorspronkelijke uiterlijk van Van Goghs schilderijen.

Tot slot vroeg ze het publiek nog even om een vliegtuigje te vouwen, zodat Windesheim collectief kon aantonen of je een papieren vliegtuigje nu vóóraan of áchteraan met een paperclipje moet verzwaren voor het beste resultaat. Vooraan leek beter te werken. En diezelfde paperclip (‘U mag uw eigen vliegtuigje nu weer zelf opzoeken’) kon daarna gebruikt worden om te laten zien waarom er op de Jupiter maan Io toch zo veel vulkanen staan.

Kortom, varieer. Zoek naar mooie voorbeelden en als je ze zelf niet kunt verzinnen: ‘vooral veel stelen!’ Ze wees daarbij op de site van de Universiteit van Nederland, waar veel simpele maar mooie experimentjes te vinden zijn. Ga daar allemaal kijken!’ (MH)

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *