De haat-liefdeverhouding tussen Windesheim en het accreditatiesysteem: ‘Niet terugkijken maar vooruitblikken’

Doet een opleiding of instelling het goed vergeleken met de rest van Nederland? Dat bepalen de keurmeesters van het NVAO in opdracht van het ministerie. De schoolmeesterachtige ‘visitaties’ van vroeger hebben plaats gemaakt voor een moderne overlegcultuur bij de ‘accreditaties’ nieuwe stijl.

Lang geleden werden de eerste visitaties in het leven geroepen: zesjaarlijkse bezoekjes van deskundigen aan alle vergelijkbare opleidingen in het land. Doel was om rotte appels tijdig te herkennen, maar ook om goede voorbeelden te prijzen. De strenge en soms schoolmeesterachtige keurmeesters konden inspirerend zijn maar ook irritatie opwekken.

Hogescholen hebben altijd een soort haat-liefde verhouding gehad met het accreditatieorgaan, dat in opdracht van de overheid exact moet uitzoeken wat er gebeurt met het onderwijsgeld en wat de studenten wordt bijgebracht. De eerste visitaties werden vaak als onvoorspelbare audiënties ervaren, waarbij een visitatiepanel willekeurig managers, docenten en studenten op het matje riep. Het enige wat je kon doen was het scheppen van een prettige sfeer: de bossen bloemen en plantjes op tafel werden het kenmerk van die ouderwetse visitatiedagen.

Roep om transparantie

Docent hbo-ict Eugene van Roden was sinds 2004 betrokken bij maar liefst acht accreditaties, als docent en opleidingshoofd en ict-manager. “Bij die eerste visitaties bedacht het panel ter plaatse wat ze wilden zien. Ze waren minder voorbereid, maar hun feedback was heel goed: ze zagen dat onze opleiding ‘Organisatie & Informatica’ op twee benen hinkte, we moesten kiezen voor ofwel Bedrijfskundige Informatica ofwel voor Informatica. Dat hebben we daarna inderdaad gedaan.”

In de jaren negentig groeide de roep om transparantie: hogescholen wilden van tevoren weten wat er werd beoordeeld, ze wilden standaarden waaraan opleidingen moesten voldoen. En met argumenten omklede beoordelingen in plaats van natte vingerwerk van de panels.

Dat hebben ze geweten. Want daarmee haalden ze zich veel meer werk op de hals. Voor elke standaard moesten documenten klaarliggen en de panels – inmiddels omgedoopt tot accreditatiepanels – begonnen tijdens hun bezoekjes méér en méér documenten op te vragen. Van Roden: “Ze bekeken niet alleen de inhoud, maar ook hoe we organiseerden, de roosters, de praktijkruimtes en de lokalen-inrichting.”

Gedeukt imago

Uiteindelijk schreven de hogescholen zoveel mooie beloften in hun documenten op dat ze die soms niet waar konden maken. De panels rekenden opleidingen vervolgens keihard af op niet-behaalde standaarden.

Het overkwam ook de opleiding Journalistiek van Windesheim in 2011. Nadat die een onvoldoende kreeg voor het eindniveau van onderzoek en stageverslagen, duurde het jaren om het gedeukte imago op te poetsen. Van Roden: “Als opleidingen goede proefaccreditaties houden, kunnen we problemen als destijds bij Journalistiek voorkomen.”

Opleidingsmanager Journalistiek Miranda van Dijk was als docent betrokken bij de heraccreditatie in 2012. “Die is niet te vergelijken met die van 2017. Toen moesten we alleen maar terugkijken naar waar we vandaan kwamen en wat we daar aan gedaan hadden. Nu konden we vooruitblikken: waar sta je en waar wil je naartoe. Toch merkten we de naweeën van de onvoldoende. Tijdens de laatste visitatie keken ze toch weer terug en legden ze weer een vergrootglas op onze onderzoeksvaardigheden. Nu zou het niveau misschien te hoog zijn. Gelukkig konden we onze keuzes goed verdedigen.”

Kinderziektes

Nu, tien jaar verder, is de rust in accreditatieland weergekeerd. Hbo-opleidingen krijgen nog zelden een ‘rode kaart’ (herstelperiode). Het accreditatieorgaan heeft geleerd om meer in gezamenlijkheid te praten over resultaten, standaarden en toekomstwensen. De instellingstoetsen zijn de kinderziektes ontgroeid en het merendeel van de Windesheimopleidingen heeft de nieuwe, beperkte opleidingsaccreditatie achter de rug.

Van Dijk: “De nieuwe werkwijze is prettiger, je hoeft niet langer bergen papier aan te leveren om te bewijzen dat je ‘in control’ bent. En het is geweldig dat je zelf het programma mag bepalen. We brachten het panel bijvoorbeeld naar de studenten die aan de tv-interviews van Uitgelicht werkten. Dat vonden ze zo interessant dat we ze daar moesten wegtrekken.”

Hbo-ict was afgelopen januari aan de beurt. Van Roden: “Het bezoek was ronduit leuk. Ze mochten rondkijken op de Winnovation, waar bedrijven op bezoek kwamen en studenten werken aan innovatieve projecten. Alleen over de terugkoppeling waren we wat teleurgesteld. We hadden een excellente beoordeling voor begeleiding verwacht, maar we weten niet waarom we die niet kregen.”


‘Vertrouwen staat nu voorop’

Windesheim bereidt zich voor op een nieuwe instellingstoets kwaliteitszorg (ITK). Bij deze toets wordt de kwaliteit van de gehele onderwijsorganisatie beoordeeld door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). De ITK wordt voorjaar 2019 aangevraagd en moet in 2020 afgerond zijn. Margreet de Roover en Saar Wismans zijn, als trekkers van de Windesheim ITK, nu al druk met de voorbereidingen.

Voor 2011 werden alleen afzonderlijke opleidingen beoordeeld door de NVAO. De accreditatie toets op instellingsniveau was jaren een grote wens van de hogescholen. Want daardoor hoeven de opleidingen bij de beoordeling niet meer álle hogeschoolbrede documenten te overleggen aan het accreditatiepanel, een ‘beperkte opleidingsaccreditatie’ is dan voldoende. In 2014 werd voor het eerst een instellingstoets op Windesheim uitgevoerd.

De Roover: “Destijds was de belangrijkste vraag ‘Is het bestuurscollege in control over de organisatie?’ Bij de nieuwe ronde gaat het nog steeds over beleid en onderwijsvisie, maar nu ook veel meer over ‘Hoe werkt de instelling continue aan ontwikkeling en verbetering van onderwijs? Ze vragen niet alleen naar de systemen, maar ook naar de cultuur en de eigen accenten.” Wismans: “De wijze waarop panels vragen stellen, de opleiding bekijken en hun terugkoppeling geven komt meer vanuit een waarderende grondhouding. De visie en profilering van de opleiding wordt als uitgangspunt genomen.”

De Roover en Wismans zagen de afgelopen jaren een omslag in de sfeer van de bezoeken van accreditatiepanels op Windesheim. “In het verleden bepaalden zij het dagprogramma, wie ze wilden interviewen en welke documenten ze wilden inzien. Nu heerst er meer een sfeer van vertrouwen: als gastheer/opleiding mogen we voor hen een dagprogramma samenstellen waarin we onze eigen inkleuring en samenwerkingsverbanden kunnen laten zien. Vertrouwen en eigenaarschap van opleidingen/docenten staan nu voorop.”

Tekst: Ernest Mettes
Illustratie: Judy Ballast

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *