De Centrale Medezeggenschapsraad heeft drie ‘speerpunten’ geformuleerd die haar werkzaamheden, met name als het gaat om proactief werken richting het College van Bestuur, de komende jaren een heldere richting moeten geven.
Voorzitter Cor Niks: ‘Daar de regelmatige wisselingen van de samenstelling van de Raad ontstaat daarbinnen toch een tekort aan historisch besef, van waar het nu écht om gaat. Daarom hebben we als Raad nu drie speerpunten opgesteld die moeten aangeven waar we op de langere termijn mee bezig willen zijn, die langer mee gaan.’ Het eerste speerpunt is ‘blijvend ruimte creëren’, waarbij de Raad wil opletten of initiatieven geen verzwaring vormen van de werkdruk, en het contact tussen docent en student bevorderen. Bij punt twee, ‘De student aan zet’, wil de CMR vooral letten op de betrokkenheid van studenten bij de personalisering van het onderwijs. Het derde speerpunt betreft ‘sociale cohesie/kleinschaligheid’. De Raad wil waken over de betrokkenheid van studenten en medewerkers, en ze wijst op het risico dat studenten uitvallen omdat ze geen ‘basisplek’ hebben. Of zoals het speerpuntendocument het verwoordt: ‘we willen voorkomen dat de individuele leerroute een eenzame leerroute wordt.’ (MH)
