‘Onderwijs is te veel gericht op blanke havomeisjes’


Daniëlle Schwartz (46), vicevoorzitter van de centrale medezeggenschapraad, wil af van ‘het hoge vakbondsgehalte’ van de cmr. “Windesheim ontwikkelt zich onder leiding van Henk Hagoort tot een netwerkorganisatie met meer autonomie voor de opleidingen. De rol van de cmr daarin is niet die van tegenstander van het college. Je kunt ook goed zaken doen als sparringpartner. Natuurlijk moet je kritisch blijven, maar dat betekent niet automatisch dat je dwarsligt of tegen schenen schopt.”

Nauwere samenwerking met het college van bestuur veronderstelt volgens Schwartz wel dat de liefde van twee kanten komt. “Albert Cornelissen kon minder goed omgaan met medezeggenschap. Hij nam de cmr niet serieus genoeg. Ik vind dat je als bestuurder niet in deze onderwijsorganisatie past als je niet snapt dat de medezeggenschap erbij hoort. De stijl van de nieuwe voorzitter bevalt ons wel. Hagoort is een verademing. Wij hoeven als cmr niet meer zo bijterig te zijn omdat we het op hoofdlijnen eens zijn met het college.”

Zou de cmr niet meer het debat op Windesheim moeten bepalen?
“We zouden aan debatten een cmr-kleur kunnen geven en ook zelf gedachtewisselingen kunnen organiseren. We zijn nu te reactief, te weinig agendasettend. We formuleren wel ‘speerpunten’, maar die blijven nog oningevuld. Je moet als cmr proactief zijn en ongevraagd adviezen geven. We hebben daar voldoende kwaliteit voor in huis. Een probleem is nog dat we onvoldoende inhoudelijke ondersteuning krijgen. Daarom willen we dat er een bureau komt dat als vraagbaak dient voor alle medezeggenschappers.”

Het is af en toe wel heel gezellig in de overlegvergaderingen met het college.
“We bijten heus als het nodig is, maar we zijn niet goed in het daarover communiceren. Zo ontstaat het beeld van een brave cmr. In de openbare vergaderingen trekken we onze eindconclusies, maar daar gaan veel stappen aan vooraf. We zijn bijvoorbeeld heel kritisch geweest in de discussie over de toekomst van B&E. Wij zijn niet akkoord gegaan met de begroting en we hebben duidelijk aangegeven dat je niet met een domein om kan gaan zoals het college en de directie deden.”

“We moeten beter – bijvoorbeeld met nieuwsbrieven – communiceren over de tussenstappen die we zetten en in de slotvergadering beter samenvatten wat er eerder is gebeurd. We schudden echt wel aan de boom, maar dat is onvoldoende zichtbaar. Ik ben er een voorstander van in beginsel altijd in de openbaarheid te vergaderen. Dan kan iedereen zien dat we de pet van sparringpartner af durven te zetten en geen achterkamertjespolitiek bedrijven. Niet iedereen in de raad is voor volledige openbaarheid. Sommigen zeggen: dan moet je zo op je tellen passen.”

Daniëlle Schwartz stamt uit een ondernemersgezin. Haar ouders bestierden vanuit IJsselmuiden hun modeketen ‘Hier’. Na een studie communicatie aan Windesheim ging Schwartz paarden trainen en fysiotherapie studeren in Amerika. Na twintig jaar VS startte ze in 2011 bij Windesheim als leider van het project #Five (fit en veilig). Schwartz is nu beleidsadviseur van het bestuurscollege en programmaleider studiesucces. Ze is blij dat de prestatieafspraken bijna verleden tijd zijn.

“Die prestatieafspraken hebben niet geleid tot meer studiesucces. Wel tot diploma-succes, maar ben je alleen succesvol als je met een diploma weggaat? We moeten veel meer rekening houden met hoe een student binnenkomt en ons met een aanpak zoals we die kennen uit het Jenaplan- en Daltononderwijs richten op wat een student kan. Een student moet zich niet hoeven aan te passen aan wat wij willen. Studenten zijn geen koekjes die je allemaal in dezelfde vorm bakt.”

“Ik ben blij met het nieuwe onderwijsconcept dat onderwijs op maat voorstaat. Daarvoor hoef je geen 20.000 individuele studieroutes te maken. Je kunt flexibel en persoonlijk onderwijs bieden aan alle studenten, ook aan die mbo-student die bloemschikken heeft gedaan en hier de lerarenopleiding biologie wil doen. Veel studenten hebben geen behoefte aan versnelde opleidingen, topopleidingen of excellentieprogramma’s; wel aan differentiatie binnen niveaugroepen. Wie meer uitdaging wil, kan excelleren op individueel niveau.”

“Ik hoop dat Windesheim kiest voor het Amerikaanse model waarbij je afspraken maakt met je studiebegeleider over hoeveel punten je in een bepaalde periode haalt. Dan doe je desnoods tien jaar over je studie. Je kunt de financiering daar op afstemmen met een betaling per studiepunt. Als we als Windesheim een vuist willen maken tegen de tweedeling in de maatschappij dan mag het niet van de hoogte van het inkomen van ouders afhangen of iemand kan gaan studeren.”

Ons huidige onderwijs is dikwijls nog eenheidsworst.
“We verzorgen klassikaal, strak georganiseerd en goed planbaar onderwijs voor de grootste gemene deler. Het lijkt wel of we blanke hockeyteams willen afleveren, want onze lessen passen het beste bij de doelgroep witte havomeisjes. We hebben naar verhouding ook veel vrouwelijke docenten waardoor ons onderwijs te vervrouwelijkt is. Mannelijke studenten – allochtonen in het bijzonder – hebben het daar moeilijk mee. Die hebben behoefte aan mannelijke rolmodellen. Windesheim Flevoland is een stuk diverser en minder wit. Daar kunnen we hier nog veel van leren.”

Tekst: Hans Invernizzi
Foto: Jasper van Overbeek

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *