‘Ik heb geleerd om geduld te hebben’

Eduard begint een eigen zorginstelling

Student Eduard Poot start een eigen bedrijfje voor mensen met een verstandelijke beperking of gedragsproblemen: zij gaan de tuinen van ouderen onderhouden.

“Het zijn meestal buitenbeentjes. Ze voelen zich niet zo gewaardeerd, want ze worden gezien als probleemgevallen”, vertelt Eduard Poot over de mensen die hij met z’n pas opgerichte zorgonderneming wil helpen. “Ze hebben wat extra hulp nodig om aan het werk te kunnen. Ik richt me vooral op jongeren en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking en met stoornissen als autisme of ADHD. Zij hebben nogal eens het gevoel dat ze veel verkeerd doen. Ik hoop dat ik dat gevoel kan bijstellen.”

De 26-jarige student sociaal pedagogische hulpverlening gaat hun dagbesteding verzorgen. Hij wil ze in de tuinen van oudere mensen laten werken. “Gratis, dus zij zullen heel dankbaar zijn. Zelf zijn ze meestal niet meer in staat om dat werk te doen. Bovendien zijn ze vaak eenzaam, dus het is fijn als er nog eens iemand langskomt met wie ze een praatje kunnen maken.” Een mooie wisselwerking. “Door die aandacht en dankbaarheid verwacht ik dat mijn cliënten weer voelen wat ze waard zijn.”

Vertrouwen en vrijheid
Eduard had een bedrijf nodig om hem te begeleiden bij z’n afstudeerproject. Uiteindelijk kwam hij terecht bij Habitat Lekker Leven, een zorgonderneming die is opgericht door een oud-docent van de opleiding sociaal pedagogische hulpverlening. Het klikte meteen. “Ik vond het fijn dat ik zoveel vertrouwen en vrijheid kreeg. Ik mocht echt eigenaar van het project zijn.”

Officieel is Eduards bedrijf nog wel een onderdeel van Habitat. Zo worden cliënten niet rechtstreeks aan hem toegewezen. Ook moet hij tien procent van de winst afdragen, maar daar krijgt hij een hoop voor terug: “Als ik ziek ben of met vakantie wil, kunnen mensen van Habitat voor me invallen. Verder heb ik steun aan hun manier van werken en krijg ik begeleiding van de supervisor.” Eduard hoopt binnen vijf jaar op eigen benen te staan.

Broer met autisme
Eduard, woonachtig in Hattem, kreeg thuis veel zaken die hem nu van pas komen met de paplepel ingegoten: “Mijn vader heeft een tuincentrum, waar ik veel heb gewerkt en gespeeld. Ik heb daar ontdekt hoe leuk het werken in de tuin is, en dat je bij dat soort werk heel laagdrempelig contact met anderen legt. Daarnaast heb ik bij m’n vader gezien wat de voordelen zijn van een eigen bedrijf: je kunt lekker je eigen gang gaan, er is alle ruimte om creatief te zijn en je voelt je veel verantwoordelijker dan wanneer je in loondienst bent.”

Maar er is nog iets wat Eduard van huis uit meekreeg: “Mijn broer heeft autisme. Daardoor leerde ik thuis al hoe het is om om te gaan met iemand met een beperking. Hij kan bijvoorbeeld opeens kwaad worden, maar ik heb geleerd dat dat niets persoonlijks is. Dat wordt veroorzaakt doordat iets niet gaat op de manier zoals hij het wil. Ook tijdens de opleiding heeft dat veel geholpen. Op school kreeg ik de theorie, maar door mijn broer kon ik me er veel meer bij voorstellen.”

Snel, snel, snel
“Tijdens dit project heb ik wel geleerd om geduld te hebben”, lacht Eduard. “Ik wil altijd snel, snel, snel. Als ik een leuk idee heb, ga ik het meteen uitvoeren, zonder het goed te overdenken. Sommige dingen pak ik niet handig aan, maar dat ontdek ik gaandeweg wel. Maar zo werkt het helaas niet als je een onderneming op wilt zetten. Een jaar geleden ben ik met dit idee begonnen en eind deze maand hoop ik eindelijk mijn eerste cliënten te verwelkomen. Dat had ik niet verwacht toen ik eraan begon.”

Wat kostte er dan zoveel tijd? “Ik heb geleerd om eerst alles wat ik wil op een rijtje te zetten en voor te bereiden. Hoewel dat lang duurt, merk ik wel dat je daarmee fouten en problemen voorkomt. Eerst wou ik bijvoorbeeld alles op de kwekerij van mijn vader doen, tot ik ontdekte dat ik minstens een aparte ruimte nodig had om mensen te ontvangen.” Iets anders wat Eduard heeft geleerd: ideeën worden beter als je ze met verschillende mensen bespreekt. “Doordat ik dat deed, hoorde ik over het probleem van Hattemse ouderen die hun tuinonderhoud niet meer zelf kunnen doen. Zo kwam ik uiteindelijk bij die doelgroep terecht.”

Rebels
Bij een zorginstelling ben je heel veel tijd kwijt aan protocollen en regeltjes, vindt Eduard: “Je moet bijvoorbeeld heel precies rapporteren hoeveel minuten je aan welke activiteit besteedt. En je moet standaardhandelingen controleren: of iemand zich wel dagelijks wast, en zo. Dat kunnen de meeste cliënten echt wel zelf. Ik baal daarvan, want daardoor is er minder tijd om écht de begeleiding te geven bij de dingen waar ze hulp bij nodig hebben. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Op school was dat ook al zo: een verslag moet aan allerlei regeltjes voldoen. Daar word ik rebels van, want ik wil lekker creatief m’n eigen verhaal kunnen vertellen. Daarom is een eigen zorginstelling ook zo fijn: dan kan ik zelf bepalen waar ik de focus op leg. En dan kan ik dát doen wat ik het belangrijkste vind: mensen helpen.”

Jitse Schipper

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *