Het is niet zomaar duidelijk wat mensen bedoelen als ze het hebben over geloven of God. Daarover dacht ik op die late avond, toen ik op mijn trein stond te wachten op het perron.
Ik stond op mijn vaste plek, net voorbij de trap, in gedachten verzonken. Uit het niets werd ik aangesproken door een vrouw met een opvallende bril en een grote plastic tas in haar hand.
‘Gelooft u in God’, vroeg ze? ‘Ja hoor’, zei ik. Terwijl tegelijk allerlei vragen in mijn hoofd opkwamen. Want wat bedoelt zij met geloven? En denken zij en ik aan hetzelfde bij dat woordje God? Maar de vrouw leek tevreden met mijn antwoord en liep verder.
Recent onderzoek laat zien dat het geloof in een hogere macht of een persoonlijke God bij jonge mensen iets toeneemt. ‘Jij zult daar als dominee wel blij om zijn’, zei iemand tegen mij. ‘Nou, op zich wel, maar het jeukt ook’, zei ik. Want waar hebben we het dan over?
Eigen volk eerst
Zo las ik een interview met Els Rechts, die van de anti immigratie demonstratie in Den Haag. Geloven biedt haar een bevestiging van haar identiteit als Nederlander en zorgt voor een duidelijke grens tegenover wie anders is of van elders komt. Of, zoals haar politieke idool eens zei, geloven gaat over ‘eigen volk eerst’.
Ik kan dat niet rijmen met geloof en zie dat echt anders. Hoe die mevrouw op het perron daar over dacht weet ik ook niet. Kortom, het is niet zomaar duidelijk wat mensen bedoelen als ze het hebben over geloven of God.
Houden van een koe
In een oude middeleeuwse tekst las ik: ‘veel mensen willen van God houden zoals ze van een koe houden. Daar houd je van om de melk en de kaas en je eigenbelang’. Als je dat doet, zo eindigt de tekst, dan gaat het je niet om God, maar houd je vooral van je eigenbelang. En om dat laatste gaat het in veel religieuze tradities nou net niet.
Misschien had die mevrouw mij op het perron een tweede – veel interessantere – vraag kunnen stellen. ‘Ok, als jij zegt dat jij gelooft, houd jij dan van God als van een koe?’

Martin Jans is studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en KPZ Zwolle