Iedereen een spelcomputer!

Online onderwijs, het kan.  Maar ondertussen droomt docent Bas den Herder van werkelijk radicale vergezichten.

‘Ik doe er toch niks mee,’ zei mijn broer. En bam, daar stond ik, met in mijn handen een zware boodschappentas waarin zich een magisch apparaat bevond. U raadt het al: een Playstation 4, van Sony. Eenmaal thuis installeerde ik een buitenissig spel waarin een tovenaar-ridder tegen monsters vecht om zo zijn geadopteerde dochter te redden van een demonisch leger uit een andere dimensie. Alle vrije tijd die mij in de schoot geworpen werd door mijn plotseling drooggelegde sociale leven verdween als sneeuw voor de zon. En toen ik dat had uitgespeeld, werd ik een huurling-soldaat, richtte mijn eigen legertje op en ondernam verschillende missies om te voorkomen dat nucleair bewapende oorlogsrobots de wereldvrede bedreigen. Ik was veranderd in een gamer. Maar eigenlijk, eerlijk gezegd, tussen u en mij: ik was vroeger al een gamer. En een van mijn favoriete games is Mario Kart. Kent u dat? Een racegame waarin Mario en zijn broer Luigi (twee Italiaanse loodgieters die om onduidelijke redenen samen een prinses redden) strijden om de overwinning. In diverse voertuigen proberen ze als eerste over de finish te komen. Heerlijk ontspannen om een avondje te gamen, al dan niet tegen vrienden, familieleden of online coureurs. Als docent is het altijd mooi als je je persoonlijke interesses een beetje in je onderwijs kan verwerken. Ik liep daarom (wederom vóór coronatijd) eens binnen in de Almeerse vestiging van Game Mania en vroeg of zij open stonden voor een samenwerking. Voor ik het wist waren ruim dertig eerstejaars studenten Communicatie druk bezig om te kijken hoe zij het nieuwe spaarsysteem van deze computerspellenwinkel aan de man konden brengen. Het triomfantelijke eindresultaat zou dan een reeks eindpresentaties worden met daarna (en dat was de reden dat ik het hele circus had opgetuigd) een Mario Kart-toernooi, waarbij we een Nintendo Switch op een groot presentatiescherm zouden aansluiten. Ik zou dan superieur alle races winnen van de studenten en de bokaal in ontvangst nemen. Maar goed, we weten allemaal hoe het is afgelopen. Het nieuws uit China maakte me al wat zenuwachtig. Game Mania ondervond leveringsproblemen. Toen vanuit Italië alarmerende berichten opdoken, begon ik de plannen wat bij te stellen. Misschien zou het goed zijn als we de controllers tussendoor reinigden, of beter: als iedereen z’n eigen controller meenam. Toen de ziekenhuizen langzaam maar zeker volstroomden, werd ons vriendelijk verzocht ons onderwijs voortaan thuis te geven. Van gezamenlijk Mario Karten kon dus geen sprake meer zijn. Een online toernooi dan? Dat zou vereisen dat we voor alle studenten een spelcomputer kochten. We zaten allemaal thuis. Studenten reageerden over het algemeen positief, al vatten ze het probleem soms wel erg ontspannen op. Dan vraag je of iemand even z’n camera aan wil zetten om z’n vraag persoonlijk toe te lichten en dan krijg je te horen: ‘Even m’n t-shirt aan doen’. Het viel mij heel erg mee hoe makkelijk het was om online contact te onderhouden met collega’s en met de studenten. Verrassend hoe ‘natuurlijk’ het kan zijn om online een college te geven, inclusief studenten die tussendoor af en toe wat vragen. Het voelt al snel weer als vertrouwd. Daar zit ook een beetje het bedrieglijke: het ‘vertrouwde’ komt voort uit de persoonlijke relaties die je daarvoor al had gelegd.

Ik denk niet dat puur virtueel onderwijs zou werken. En daarom ben ik ook wel blij met onze plannen voor na de zomer: we gaan alle studenten in ieder geval één keer per week op de hogeschool verwelkomen. Dat doen we dan voor een halve dag, ingedeeld in groepjes van maximaal acht personen. Aanvullend krijgen ze ook online college. Of moeten we het over een andere boeg gooien? Ik hoorde laatst een collega beweren dat een studenten voor zijn collegegeld een heel mooie spelcomputer zou kunnen kopen. Misschien moet Windesheim dat doen. Als elke student eens een mooie Playstation, Xbox of Switch zou krijgen aan het begin van de studie. Dan kunnen we daarna allemaal in Red Dead Redemption 2 op een paard springen, de prairie op rijden en gezellig om het kampvuur gaan zitten. Goede gesprekken. Terwijl in de verte de digitale wolven huilen naar de virtuele maan.

Illustratie: Judy Ballast
Foto’s Sonia en Bas: Herman Engbers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *