Minutenlang staarde ik in de TEAMS-omgeving naar mijn eigen spiegelbeeld. De eerstejaars studente met wie ik een afspraak had logde niet in, dus ik tuurde wat naar de prachtige berg die ik als achtergrond had ingesteld en probeerde zo de weemoed te stillen van de voorbije zomer waarin ik zo onbeperkt in die natuur had kunnen rondstruinen. Na een kwartier ging ik er van uit dat de nieuwe studente de afspraak definitief was vergeten en logde ik weer uit.
Twee dagen later ontving ik een mail –duizendmaal sorry-sorry-sorry mevrouw!– waarin ze zich verontrust afvroeg of ze nu nog wel voor bijles in aanmerking kwam. De schrik die uit haar mail sprak, bracht me terug naar mijn eigen tijd als eerstejaars student. Als je maar lang genoeg meedraait als medewerker, vergeet je soms hoe overweldigend de start aan een universiteit of hbo-opleiding kan zijn en hoe makkelijk je dan een afspraak over het hoofd ziet.
Nieuwe stad
Zo miste ik zelf mijn eerste college Taalkunde toen ik de overstap maakte naar een nieuwe stad. Ik had mijn propedeuse Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam behaald en startte vanwege een verhuizing het jaar daarop aan de Rijksuniversiteit in Leiden. Qua omvang was de stad aanzienlijk kleiner, wat me goed beviel, maar voor mij was-ie nog altijd groot genoeg om er grandioos in te kunnen verdwalen. En dat deed ik dan ook.
Hoe ik precies over het hoofd heb gezien dat ik op dag één in een ánder gebouw college had dan in het hoofdgebouw? Geen idee. Ik herinner me wel hoe mooi ik de miniatuurgrachten vond (vergeleken bij Amsterdam was alles ‘klein’) en hoe leuk het was om al meanderend door die nieuwe stad te dwalen en af en toe stil te staan bij een mooie gevelsteen, een indrukwekkende boom of een bijzonder hofje. Mijn zucht naar verwondering zal ongetwijfeld niet de beste match zijn geweest met de systematiek van mijn nieuwe rooster; laat ik het daar maar op houden.
Paniek
Evengoed was de paniek groot toen ik erachter kwam dat mijn allereerste college in die allernieuwste stad niet werd gehouden op de plek die ik in gedachten had. Niet gehinderd door enige kennis over de afkortingen die met de verschillende gebouwen correspondeerden, stapte ik naar het secretariaat, waar ze me vertelden waar ik op dat moment eigenlijk had moeten zijn. Het was de moeite niet meer om alsnog de stad te doorkruisen naar die plek, dus met lood in mijn schoenen nam ik de trein terug naar huis.
Als ik nu een eerstejaars student begeleid die, net als ik, haar agenda nog niet helemaal op orde heeft, moet ik altijd denken aan mijn eerste gemiste college in die betoverend nieuwe stad.
Ik herinner me hoe onoverkomelijk deze fout me leek (“Dit haal ik vast nóóit meer in!”) en hoezeer het me geruststelde dat de docente me in de tweede week de hand schudde en zei: “Och, die gemiste stof, dat komt wel goed, hoor. We hebben nog zóveel weken te gaan! Fijn dat je er nu wel bent en van harte welkom in de groep.”
Op de terugweg kon ik me weer zorgeloos verwonderen over de mooie steegjes, de leuke brocantewinkeltjes en het klokkenspel van het stadhuis, waarvan de tonen als confetti over de stad werden uitgestrooid.

Judith van der Stelt is schrijfcoach en dyslexiespecialist bij het Student Support Centrum in Almere